Financieel resultaat
Het rekeningsaldo bedraagt, na alle verrekeningen zoals budgetoverhevelingen, €1,5 miljoen voordelig. Het voordelig saldo wordt conform de bestendige gedragslijn gestort in de generieke weerstandsreserve. Zie hieronder een tabel met daaronder een toelichting op hoofdlijnen op dit exploitatieresultaat.

Begroting na wijziging 2019

Jaarrekening 2019

Gerealiseerde totaal van lasten en baten (exclusief puttingen en stortingen)

-1.017

7.139

Mutaties via reserves:

- Saldo van stortingen en onttrekkingen in/uit reserves

1.287

-2.622

- Toevoeging rente aan reserves

-393

-393

Gerealiseerd resultaat

-123

4.124

Overige resultaatbestemming:

Reservering overlopende uitgaven en inkomsten

0

-2.588

Resultaat

-123

1.536

Toelichting op resultaatverschillen

  1. Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten
    Er is een verschil tussen het saldo van de begroting en rekening. Dit kunnen in de diverse programma’s zowel voordelige als nadelige verschillen zijn. Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de programmabladen.
  1. Mutaties via reserves
    In de begroting 2019 werd ervan uitgegaan dat per saldo €1,3 miljoen uit de reserves zou worden onttrokken. In de jaarrekening 2019 is dit per saldo een storting van €2,6 miljoen. De verschillen worden toegelicht in bijlage 6 van de jaarrekening.
  1. Rente over reserves
    Het rentebedrag dat aan de reserves is toegevoegd, is in vergelijking met de bijgestelde begroting 2019 ongewijzigd.
  1. Over te hevelen budgetten
    Een overzicht van de overgehevelde budgetten vindt u in bijlage 1 van het jaarverslag.   

Analyse rekeninguitkomst 2019
In de 3e kwartaalrapportage 2019 werd uitgegaan van een nadelig resultaat van €122.000. Het resultaat van de jaarrekening 2019 bedraagt €4,1 miljoen voordelig. Door het voordelige resultaat van €4,1 miljoen aan te passen met de over te hevelen budgetten van €2,6 miljoen ontstaat een voordelig nettoresultaat van €1,5 miljoen. Op hoofdlijnen is dit voordelig resultaat als volgt te verklaren.

Nadere toelichting op resultaatverschillen.

Uitkomst rekening 2019 (bedragen x €1.000) [ -/- = Nadeel]

Nr.

Omschrijving

Programma

Bedrag

Toelichting

a

Wethouderspensioen

Burger en bestuur

-200

Door RAET wordt jaarlijks een berekening gemaakt van de pensioenverplichting van de wethouders. Nu de definitieve berekeningen bekend zijn, moest er aanvullend op storting in september 2019 €200.000 worden gestort in de voorziening wethouderspensioenen.

b

Raad

Burger en bestuur

71

Gevolg van niet uitgevoerde rekenkameronderzoeken en voordelen op fractievergoedingen.

c

Straatreiniging

Leefomgeving

-100

De kosten van gladheidsbestrijding zijn hoger uitgevallen.

d

Afvalstoffen

Milieu en duurzaamheid

-640

Eind 2019 zijn definitieve afrekeningen ontvangen over de jaren 2015 t/m 2018. Met name de definitief vastgestelde vergoedingen voor kunststof en drankpakken is neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling over meerdere jaren komt tot uiting in 2019. Daarnaast zijn de verwerkingskosten in 2019 hoger gebleken.

e

Minimabeleid

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

255

Er is minder aanvullende bijstand aan jongeren onder de 21 is verstrekt (€105.000 voordelig). Daarnaast zijn er nog diverse kleine voor- en nadelen ten aanzien van minimabeleid.

f

Participatiebudget

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

-100

Er is door Circulus Berkel een hoger aandeel in de kosten voor het onderdeel participatie doorberekend naar de gemeente Deventer (€210.000 nadeel). Verder zijn er in 2019 nog diverse kleine voor- en nadelen waardoor het nadeel voor participatie per saldo €100.000 bedraagt.

g

Schuldhulpverlening

Meedoen

-204

Diverse opbrengsten met betrekking tot schuldhulpverlening zijn in de realisatie lager dan begroot (€70.000 nadeel). Daarnaast zijn de lasten ten aanzien van diverse noodzakelijke ICT-middelen €70.000 hoger dan begroot. Ook wordt er een dotatie gedaan in de voorziening dubieuze debiteuren ad. €55.000.

h

Eigen bijdragen WMO

Meedoen

314

Sinds 2019 is de eigen bijdrage verlaagd naar €17,50 per vier weken. Desondanks zijn de opbrengsten te laag ingeschat. Bovendien kent de verlaging van het abonnementstarief een aanzuigende werking. Er is een stijging van 14% van het aantal cliënten met ook als gevolg een stijging van de eigen bijdragen.

i

Hulpmiddelen WMO

Meedoen

195

Aan het einde van het jaar 2019 zijn minder nieuwe hulpmiddelen verstrekt dan in de eerste 10 maanden. Bovendien zijn in de laatste maanden ook veel bestaande hulpmiddelen uit het depot verstrekt. Dit maakt dat de kosten voor koop en onderhoud van hulpmiddelen uiteindelijk lager uitvallen dan voorzien in de 3e kwartaalrapportage.

j

Samenkracht

Meedoen

290

Op samenkracht is er sprake van een onderbesteding. Deze onderbesteding zit met name in een viertal onderdelen; innovatie Wmo (€42.000), van individueel naar collectief (€77.000), vrijwilligersbeleid (€56.000) en jongerenactiviteiten (€37.000). Daarnaast zijn er nog diverse kleine oorzaken voor de onderbesteding.

k

WMO-dienstverlening

Meedoen

758

De uitgaven WMO-dienstverlening (persoonlijke ondersteuning, dagbesteding en hulp bij het huishouden) zijn significant lager dan begroot. Dit komt door:
- de taakstelling transformatie is voor €250.000 gerealiseerd vanuit Jeugd. Dit budget is toegevoegd aan de begroting WMO
- de uren voor begeleiding en dagbesteding WMO zijn gestabiliseerd. Dit terwijl nog een volumestijging was voorzien in de begroting. Hierdoor ontstaat een voordeel van circa €350.000 op de zorg in natura en €150.000 op de PGB, in totaal €500.000.

l

Jeugdzorg

Jeugd en onderwijs

-170

De kosten Jeugdzorg zijn circa €170.000 hoger uitgevallen dan voorzien, met name als gevolg van nagekomen lasten over voorgaande jaren (2017 en 2018).

m

Leerlingenvervoer

Jeugd en onderwijs

103

De kosten onder de nieuwe aanbesteding vallen lager uit dan voorzien.

n

Onderhoud culturele gebouwen

Economie, kunst en cultuur

-169

Het reguliere groot onderhoud wordt planmatig en binnen de financiële kaders uitgevoerd. In 2019 zijn er meer kosten gemaakt dan verwacht bij met name de Bergkerk, Lebuïnuskerk en de Waag.

o

Toerekening overhead aan projecten

Bedrijfsvoering

242

De overheadkosten op het programma bedrijfsvoering zijn voor het merendeel gedekt uit de structureel beschikbare apparaatsbudgetten van programma’s. Circa €2,5 miljoen van de overheadkosten moet gedekt worden door een opslag op uurtarieven voor eenmalige projecten. Doordat er in 2019 meer uren zijn gerealiseerd op deze projecten is er een voordeel van circa €190.000 op de dekking overheadkosten.

p

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

440

DOWR-i werkorganisatie (voordeel €148.000)
Voor de DOWR-I is het resultaat €228.000 positief. Voor de Gemeente Deventer betekent dit een voordeel van afgerond €148.000. Dit voordeel ten opzichte van de begroting is met name ontstaan doordat bepaalde licentiekosten niet (deels) doorberekend zijn, met deze update van licentie was in de begroting echter wel rekenschap gehouden. Daarnaast is er strak gestuurd op loonsom en inhuur van personeel (voordeel team Finance & Control van €149.000, voordeel team Facilitaire Zaken van €153.000).

q

Voorziening dubieuze debiteuren

Algemene dekkingsmiddelen

-172

De voorziening dubieuze debiteuren moet worden aangevuld met €172.000.

r

Decembercirculaire 2019 Algemene uitkering

Algemene dekkingsmiddelen

681

Op basis van de decembercirculaire 2019 Algemene uitkering is er een hogere opbrengst van €1.096.000. Hiervan wordt via het programma Milieu en het programma Meedoen voor een bedrag van €415.000 overgeheveld naar 2020.

s

Diversen

Diverse

-55

Betreft diverse kleine voor- en nadelen op diverse programma’s.

Structurele bedragen
De diverse voor- en nadelen in de rekening 2019 zijn deels van structurele aard. Een deel hiervan is al verwerkt in de begroting 2020. Dit geldt niet voor:

  • Bijzondere bijstand
    Van de voordelen in de rekening gaan we ervan uit dat hiervan €135.000 structureel is.
  • Algemene uitkering
    Op basis van de uitkomsten van de decembercirculaire 2019 is vanaf 2021 een structureel voordeel te ramen van €47.000. Dit loopt naar 2024 toe geleidelijk op naar €134.000.
  • Sociaal domein (WMO-onderdelen)
    Op basis van de rekening 2019 zijn bepaalde voordelen, zoals WMO-dienstverlening en samenkracht structureel. Deze zijn nodig voor het dekken van hogere uitgaven WMO op andere onderdelen en voor het invullen van de taakstelling WMO van structureel €750.000.

Resultaat grondexploitaties
In de rekening 2019 zijn de verliesvoorzieningen grondexploitaties in vergelijking met de raming in de begroting 2019 toegenomen met €4,2 miljoen. In totaal bedragen de verliesvoorzieningen dan €49,9 miljoen. Daarentegen zijn de risico's met €2,1 miljoen gedaald. De winstgevende grondexploitaties zijn toegenomen met €1,6 miljoen. Van de winstgevende grondexploitaties is op basis van de BBV-regels voor €1,1 miljoen winst genomen. De boekwaarde van de grondexploitaties per 31-12-2019 (exclusief verliesvoorzieningen) is €117,8 miljoen. Hiervoor is dus een verliesvoorziening opgenomen van €49,9 miljoen. Zie voor een nadere toelichting  paragraaf Grondbeleid.

Weerstandsvermogen
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van de ratio tussen beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit minimaal 1 is. In de rekening bedraagt de ratio 1,02.
Vergeleken met de begroting 2020 die in november 2019 is vastgesteld is de omvang van de risico’s €40.000 hoger. Dit wordt veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties, een geringe daling van het risico in het sociaal domein en een nieuw risico te weten lening Mimik.

Het weerstandsvermogen is gestegen met €800.000. Conform de beleidsnota's: risicomanagement en weerstandsvermogen en reserves en voorzieningen wordt het meerdere boven de ratio 1 (€226.000) gestort in de generieke weerstandsreserve.

Reserves
Per 1 januari 2019 bedroeg het saldo van de reserves €68 miljoen (exclusief rekeningresultaat). In de jaarrekening 2019 is dit gestegen naar €77 miljoen (exclusief rekeningresultaat).