Evenals de afgelopen jaren schrijft Deventer zwarte cijfers. Na alle verrekeningen, zoals budgetoverhevelingen, bedraagt het saldo €1,5 miljoen voordelig. In de 3e kwartaalrapportage 2019 was nog uitgegaan van een nadeel van €122.000. Hierbij merken wij op dat in P en C-documenten zoals; de begroting, voorjaarsnota, de kwartaalrapportages en bij de waardering grondexploitaties voor in totaal €1,9 miljoen is onttrokken uit de generieke weerstandsreserve. In de 4e Kwartaalrapportage 2019 was ook een voordelige uitkomst van de rekening 2019 van €1,5 miljoen voorspeld. Het voordelig saldo wordt conform het gestelde in de 4e kwartaalrapportage gestort in de generieke weerstandsreserve.
De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.
Meer informatie
Uitgaven en inkomsten
Uitgaven
In 2019 heeft de gemeente €382,5 miljoen uitgegeven aan haar taken, activiteiten en stortingen in de reserves (programma’s 1 tot en met 11). Aan algemene dekkingsmiddelen (programma 12) is ruim €24,0 miljoen uitgegeven. Het gaat hier onder meer om:
- financieringslasten;
- stortingen in gemeentelijke reserves;
- diverse bedrijfsvoeringskosten.
Inkomsten
Zonder inkomsten geen uitgaven. De gemeente heeft verschillende inkomsten. Die komen voor het grootste deel uit de algemene dekkingsmiddelen.
De totale inkomsten bedroegen in 2019:
- €157,8 miljoen via de 11 programma’s;
- €252,8 miljoen aan algemene dekkingsmiddelen. In totaal €410,6 miljoen (inclusief bedragen uit reserves).
Het totaal aan lokale heffingen en onroerendezaakbelastingen bedraagt hiervan €56,9 miljoen.
Verkorte Balansweergave
(bedragen x €1.000) | |||||
Activa | 31-12-2019 | 31-12-2018 | Passiva | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
Vaste activa | Eigen vermogen | ||||
Immateriële vaste activa | 3.401 | 3.852 | Algemene reserve | 18.778 | 17.367 |
Materiële vaste activa | 247.082 | 247.883 | Bestemmingsreserves | 58.306 | 50.141 |
Financiële vaste activa | 59.827 | 59.008 | Resultaat rekening | 4.123 | 6.561 |
Totaal Eigen Vermogen (1) | 81.207 | 74.069 | |||
Voorzieningen (2) | 11.919 | 9.490 | |||
Vaste schulden (3) | 319.207 | 331.337 | |||
Totaal Vaste activa | 310.310 | 310.743 | Totaal Vaste financieringsmiddelen (1+2+3) | 412.333 | 414.896 |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||
Voorraden | 64.304 | 57.530 | Kortlopende schulden | 17.795 | 24.930 |
Vorderingen | 36.802 | 37.365 | Overlopende passiva | 25.024 | 22.797 |
Liquide middelen | 2.480 | 5.885 | |||
Overlopende activa | 41.256 | 51.100 | |||
Totaal Vlottende activa | 144.842 | 151.880 | Totaal Vlottende passiva | 42.819 | 47.727 |
Totaal generaal | 455.152 | 462.623 | Totaal generaal | 455.152 | 462.623 |
Activa
De daling van de activa is met name het gevolg van de afname van de overlopende activa. Dit betreft met name faciliterend grondbeleid bedrijvenpark A1 en Spijkvoorderenk. Daarnaast stijgen de voorraden (boekwaarde grondexploitatie).
Passiva
Het eigen vermogen is gestegen in vergelijking met 2018. Het vreemd vermogen (vaste schulden) is gedaald. Dit komt door het aflossen van geldleningen. De kortlopende schulden zijn afgenomen. Het banksaldo bij de BNG is fors lager dan per ultimo 2018.
Ontwikkeling Eigen Vermogen
Structurele bedragen
De diverse voor- en nadelen in de rekening 2019 zijn deels van structurele aard. Een deel hiervan is al verwerkt in de begroting 2020. Dit geldt niet voor:
- Bijzondere bijstand
Van de voordelen in de rekening gaan we ervan uit dat hiervan €135.000 structureel is. - Algemene uitkering
Op basis van de uitkomsten van de decembercirculaire 2019 is vanaf 2021 een structureel voordeel te ramen van €47.000. Dit loopt naar 2024 toe geleidelijk op naar €134.000. - Sociaal domein (WMO-onderdelen)
Op basis van de rekening 2019 zijn bepaalde voordelen, zoals WMO-dienstverlening en samenkracht structureel. Deze zijn nodig voor het dekken van hogere uitgaven WMO op andere onderdelen en voor het invullen van de taakstelling WMO van structureel €750.000.
Reserves
Per 1 januari 2019 bedroeg het saldo van de reserves €68 miljoen (exclusief rekeningresultaat). In de jaarrekening 2019 is dit gestegen naar €77 miljoen (exclusief rekeningresultaat). De stand van de reserves op 31 december 2018 en 31 december 2019 kan over de verschillende categorieën als volgt worden verdeeld:
(bedragen x €1.000) | ||
31-12-2018 | 31-12-2019 | |
Reserves met specifiek weerstandsmotief | 15.708 | 14.260 |
Reserves met algemeen weerstandsmotief | 1.660 | 4.517 |
Bestemmingsreserves met bestedingsfunctie | 4.518 | 8.149 |
Bestemmingsreserves met egalisatiefunctie | 24.275 | 29.088 |
Bestemmingsreserves met rentebeslag | 4.725 | 5.107 |
Financieel technische bestemmingsreserves | 16.623 | 15.962 |
Reserves met specifiek weerstandsmotief
De daling van deze reserves is een gevolg van een daling van de risico's grondexploitatie. Het betreft een besluit bij de Voorjaarsnota 2019.
Reserves met algemeen weerstandsmotief
De stijging komt met name door de storting in de reserve voor ontvangen dividend KonnekteD van €3,2 miljoen. Dit bedrag is 2019 ontvangen. Op basis van de besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2019 is hier pas in 2020 rekening mee gehouden. In 2020 wordt het bedrag conform het besluit bij de Voorjaarsnota 2019 uit de reserve geput.
Bestemmingsreserves met bestedingsfunctie
De stijging wordt met name veroorzaakt door de vorming van de reserve Jeugdprojecten met een bedrag van €3,8 miljoen. In de 3e kwartaalrapportage 2019 is hierover het besluit genomen.
Bestemmingsreserve met egalisatiefunctie
Dit betreft met name de storting van €2,9 miljoen in de reserve Beschermd wonen. Dit was het verschil in de begrote uitgaven en inkomsten en de werkelijke. Dit wordt geëgaliseerd via de reserve.
In de bijlagen is een standenregister toegevoegd, waarin de diverse begrote puttingen en stortingen in/uit reserves en de werkelijke worden weergegeven. Hierbij is ook vermeld wanneer de raad dit besluit heeft genomen.
Resultaat grondexploitaties
In de rekening 2019 zijn de verliesvoorzieningen grondexploitaties in vergelijking met de raming in de begroting 2019 toegenomen met €4,2 miljoen. In totaal bedragen de verliesvoorzieningen dan €49,9 miljoen. Daarentegen zijn de risico's met €2,1 miljoen gedaald. De winstgevende grondexploitaties zijn toegenomen met €1,6 miljoen. Van de winstgevende grondexploitaties is op basis van de BBV-regels voor €1,1 miljoen winst genomen. De boekwaarde van de grondexploitaties per 31-12-2019 (exclusief verliesvoorzieningen) is €117,8 miljoen. Hiervoor is dus een verliesvoorziening opgenomen van €49,9 miljoen. Zie voor een nadere toelichting paragraaf Grondbeleid.
Renteresultaat
Het renteresultaat voor 2019 bedraagt €0,26 miljoen positief. Dit is het verschil tussen de doorbelaste rente aan activa en de werkelijke rentekosten. Het begrote renteresultaat 2019 bedroeg het resultaat €0,33 miljoen. Dit verschil van €0,07 miljoen wordt met name veroorzaakt door de lagere doorbelaste rente door een aanpassing van de rente grondexploitatie.
Weerstandsparagraaf
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van de ratio tussen beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit minimaal 1 is. In de rekening bedraagt de ratio 1,02.
Vergeleken met de begroting 2020 die in november 2019 is vastgesteld is de omvang van de risico’s €40.000 hoger. Dit wordt veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties, een geringe daling van het risico in het sociaal domein en een nieuw risico te weten lening Mimik.
Het weerstandsvermogen is gestegen met €800.000. Conform de beleidsnota's: risicomanagement en weerstandsvermogen en reserves en voorzieningen wordt het meerdere boven de ratio 1 (€226.000) gestort in de generieke weerstandsreserve.
Vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2016 is de wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht (wet Vpb) overheidsondernemingen in werking getreden. De gemeente Deventer is in 2014 gestart met een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van deze wet. Het onderzoek is gebaseerd op de activiteiten en cijfers van 2015 en 2016. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een tweetal rapportages;
Implementatietraject Vpb (06-12-2016)
In dit rapport is uitvoerig ingegaan op het proces van wetsonderzoek, activiteit inventarisatie en beoordeling en toetsing daarvan aan het wettelijk kader. Op basis van onderzoek naar de feiten en omstandigheden is vervolgens het standpunt ingenomen, dat de gemeente Deventer voor geen enkele activiteit kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).
Vpb en het grondbedrijf (03-02-2017)
In de memo wordt ingegaan op het DNA (profiel) van het grondbedrijf. Vervolgens is op basis van het toepassen van de zogenaamde QuickScan (ontwikkeld door de Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden - SVLO) onderzocht of de gemeente Deventer met haar grondexploitatie activiteiten een onderneming vormt voor de wet Vpb.
Op basis van de uitkomst van het onderzoek naar de activiteiten van het Grondbedrijf en het toepassen van de QuickScan is het standpunt van Deventer dat zij, ook voor haar Grondbedrijf activiteiten, niet kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).
Op de uitkomsten van de onderzoeken is een review gehouden door een extern belastingadviesbureau. Daarbij is onder andere de juiste toepassing van de wet- en regelgeving beoordeeld. Door het betreffende adviesbureau is vervolgens het volgende geconcludeerd voor wat betreft de accountantscontrole jaarrekening 2016;
Onderhavige beoordeling (rapport Beoordeling van de Concept-Rapportage van de Vpb-plicht – Gemeente Deventer) toont richting de accountant aan dat in het proces en de vastlegging van de onderliggende onderbouwing van de eventuele vennootschapsbelastingplicht voldoende ‘checks en balances’ zijn opgenomen.
Het proces van de invoering van de Vpb plicht voor overheidsbedrijven was op het moment van onderzoek nog niet afgerond. Onder andere de VNG, VVG, IPO, Belastingdienst en het Ministerie van Financiën waren nog in overleg over belangrijke details in de uitvoering. Op dit moment (eind 2019) heeft de Belastingdienst zich slechts beperkt uitgelaten over de onduidelijkheden bij de inventarisatie van de Vpb-plicht van gemeenten in het algemeen en de gemeentelijke grondbedrijven in het bijzonder. Er bestaan derhalve nog een aantal risico’s en onduidelijkheden, waarover wellicht in de komende periode meer duidelijkheid gaat bestaan.
Stand van zaken ultimo boekjaar 2019
Aangiften Vpb boekjaar 2016 en 2017
In 2019 heeft de gemeente Deventer op uitnodiging van de belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting gedaan voor de jaren 2016 en 2017. Dit betroffen twee zogenaamde ‘nihil’ aangiften. De gemeente Deventer stelt zich op het standpunt dat zij voor haar gehele organisatie niet belastingplichtig is volgens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
De belastingdienst heeft, op basis van de aangifte 2016, een brief (dd. 19-12-2019) gestuurd met vragen over de activiteit reclame. Deze zijn door de gemeente Deventer beantwoord. De belastingdienst heeft laten weten dat zij op basis van de antwoorden en aanvullende informatie begin 2020 met nieuwe vragen komt. De gemeente Deventer is in afwachting van deze vragen.
Onder Vpb en reclame wordt nader ingegaan op de activiteit reclame.
Vpb en Grondbedrijf
In 2019 is op basis van een geactualiseerde MPG opnieuw het vierkantsmodel (gebaseerd op de QuickScan en Post-QuickScan) van ons fiscaal adviesbureau doorgerekend en hebben we geconstateerd dat het Grondbedrijf van de gemeente Deventer (nog) niet door de ondernemingspoort gaat. Dit betekent dat de gemeente Deventer voor haar Grondbedrijf activiteiten (nog) niet vennootschapsbelastingplichtig is.
Vpb en reclame
Veel gemeenten hebben met reclame exploitanten contracten afgesloten op basis waarvan de gemeente delen van de publieke ruimte (grond, lichtmasten, abri’s, billboards, rotondes, etc) tegen vergoeding exclusief ter beschikking stelt aan de exploitant. Op dit moment hebben diverse gemeenten met de belastingdienst een discussie lopen over de vraag of de gemeente vennootschapsbelastingplichtig is voor de resultaten die met deze activiteiten worden behaald. Dit geldt ook voor de gemeente Deventer.
Ten behoeve van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2016 is door de gemeente Deventer beoordeeld of de activiteit ‘reclame in de openbare ruimte’ belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Uit onze analyse blijkt dat deze activiteit als normaal vermogensbeheer kwalificeert en dat geen sprake is van een ‘duurzame organisatie van kapitaal en arbeid’. Gelet hierop is de activiteit niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en derhalve niet opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting 2016 (en 2017). De gemeente Deventer heeft over het niet belastingplichtig zijn voor haar reclameactiviteiten een pleitbaar standpunt ingenomen. Echter of dit pleitbaar standpunt overeind blijft, hangt af van de reactie van de belastingdienst in combinatie met de landelijke ontwikkeling. Er zullen hoogstwaarschijnlijk gerechtelijke procedures volgen om de wet op dit gebied te verduidelijken. Dit vormt een onzekerheid voor de gemeente Deventer.
(bedragen x €1.000) | |||
Jaarrekening 2018 | Begroting na wijziging 2019 | Jaarrekening 2019 | |
Gerealiseerde totaal van lasten en baten (exclusief puttingen en stortingen) | -2.133 | -1.017 | 7.139 |
Mutaties via reserves: | |||
- Saldo van stortingen en onttrekkingen in/uit reserves | 9.116 | 1.287 | -2.622 |
- Toevoeging rente aan reserves | -421 | -393 | -393 |
Gerealiseerd resultaat | 6.562 | -123 | 4.124 |
Overige resultaatbestemming: | |||
Reservering overlopende uitgaven en inkomsten | -3.832 | 0 | -2.588 |
Resultaat | 2.730 | -123 | 1.536 |
Meer informatie
Toelichting op resultaatverschillen begroting 2019 en jaarrekening 2019
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten
Er is een verschil tussen het saldo van de begroting en rekening. Dit kunnen in de diverse programma’s zowel voordelige als nadelige verschillen zijn. Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de programmabladen.
Mutaties via reserves
In de begroting 2019 werd ervan uitgegaan dat per saldo €1,3 miljoen uit de reserves zou worden onttrokken. In de jaarrekening 2019 is dit per saldo een storting van €2,6 miljoen. De verschillen worden toegelicht in bijlage 6 van de jaarrekening.
Rente over reserves
Het rentebedrag dat aan de reserves is toegevoegd, is in vergelijking met de bijgestelde begroting 2019 ongewijzigd.
Over te hevelen budgetten
Een overzicht van de overgehevelde budgetten vindt u in bijlage 1 van het jaarverslag.
Analyse rekeninguitkomst 2019
In de 3e kwartaalrapportage 2019 werd uitgegaan van een nadelig resultaat van €122.000. Het resultaat van de jaarrekening 2019 bedraagt €4,1 miljoen voordelig. Door het voordelige resultaat van €4,1 miljoen aan te passen met de over te hevelen budgetten van €2,6 miljoen ontstaat een voordelig nettoresultaat van €1,5 miljoen. Op hoofdlijnen is dit voordelig resultaat als volgt te verklaren.
Uitkomst rekening 2019 (bedragen x €1.000) [ -/- = Nadeel] | ||||
Nr. | Omschrijving | Programma | Bedrag | Toelichting |
a | Wethouderspensioen | Burger en bestuur | -200 | Door RAET wordt jaarlijks een berekening gemaakt van de pensioenverplichting van de wethouders. Omdat het rentepercentage de laatste jaren sterk aan het dalen is, moet de voorziening wethouderspensioenen worden aangevuld. In september is er voor €650.000 aangevuld. Dit was een aanname. Nu de definitieve berekeningen bekend zijn, moest er nu nogmaals €200.000 worden gestort in de voorziening wethouderspensioenen. |
b | Raad | Burger en bestuur | 71 | Per saldo zijn er voordelen met betrekking tot de uitgaven van de Raad (€71.000) als gevolg van niet uitgevoerde rekenkameronderzoeken en voordelen op fractievergoedingen. |
c | Straatreiniging | Leefomgeving | -100 | De kosten van gladheidsbestrijding zijn hoger uitgevallen. |
d | Afvalstoffen | Milieu en duurzaamheid | -640 | De werkelijke lasten zijn in 2019 €0,63 miljoen hoger dan voorzien bij de 3e kwartaalrapportage 2019 (voornamelijk vanwege incidentele effecten). Eind 2019 zijn definitieve afrekeningen ontvangen over de jaren 2015 t/m 2018. Met name de definitief vastgestelde vergoedingen voor kunststof en drankpakken is neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling over meerdere jaren komt tot uiting in 2019. Daarnaast zijn de verwerkingskosten in 2019 hoger gebleken. |
e | Minimabeleid | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | 255 | Dit voordeel ontstaat voornamelijk doordat er minder aanvullende bijstand aan jongeren onder de 21 is verstrekt (€105.000 voordelig). Het aandeel bijzondere bijstand met betrekking tot de kosten voor beschermingsbewind is wel licht gestegen ten opzichte van 2018, maar in de begroting was rekening gehouden met een grotere toename (€120.000 voordelig). Daarnaast zijn er nog diverse kleine voor- en nadelen ten aanzien van minimabeleid. |
f | Participatiebudget | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | -100 | Als gevolg van een herijking van de kosten bij Circulus Berkel wordt in 2019 een hoger aandeel doorberekend naar de gemeente Deventer voor het onderdeel participatie in de dienstverleningsovereenkomst. Dit leidt in 2019 tot een nadeel van 210.000. Naar de toekomst toe worden maatregelen genomen om de kosten te verlagen. Deze maatregelen konden nog niet worden geëffectueerd in 2019. Daarnaast zijn er in 2019 nog diverse kleine voor- en nadelen waardoor het nadeel voor participatie per saldo €100.000 bedraagt. |
g | Schuldhulpverlening | Meedoen | -204 | Diverse opbrengsten met betrekking tot schuldhulpverlening zijn in de realisatie lager dan begroot. Dit leidt tot een nadeel van €70.000. Daarnaast zijn de lasten ten aanzien van diverse noodzakelijke ICT-middelen €70.000 hoger dan begroot. Tevens wordt er een dotatie gedaan in de voorziening dubieuze debiteuren ad. €55.000. |
h | Eigen bijdragen WMO | Meedoen | 314 | Sinds 2019 is de eigen bijdrage verlaagd naar €17,50 per vier weken. Op basis van een rekentool is een inschatting gemaakt van het effect op de eigen bijdragen. De opbrengsten zijn te laag ingeschat. Bovendien kent de verlaging van het abonnementstarief een aanzuigende werking. Het aantal cliënten van hulp in het huishouden is ten opzichte van 2018 met circa 14% gestegen, met ook als gevolg een stijging van de eigen bijdragen. |
i | Hulpmiddelen WMO | Meedoen | 195 | Aan het einde van het jaar 2019 zijn minder nieuwe hulpmiddelen verstrekt dan in de eerste 10 maanden. Bovendien zijn in de laatste maanden ook veel bestaande hulpmiddelen uit het depot verstrekt. Dit maakt dat de kosten voor koop en onderhoud van hulpmiddelen uiteindelijk lager uitvallen dan voorzien in de 3e kwartaalrapportage |
j | Samenkracht | Meedoen | 290 | Op samenkracht is er sprake van een onderbesteding. Deze onderbesteding zit met name in een viertal onderdelen; innovatie Wmo (€42.000), van individueel naar collectief (€77.000), vrijwilligersbeleid (€56.000) en jongerenactiviteiten (€37.000). De oorzaken zijn verschillend waarbij wordt opgemerkt dat de in de begroting 2019 opgenomen prestaties zijn behaald. Zo is het budget jongerenactiviteiten afhankelijk van de vraag van externe partijen. In 2019 zijn er weinig aanvragen gedaan. Op het innovatiebudget is er een onderbesteding als gevolg van het terugvorderen van een subsidiebedrag (€64.000) over het jaar 2018. Verder zijn er bedragen op het product gezondheidsbeleid geboekt die feitelijk vallen onder de activiteiten zoals beoogd met het budget vrijwilligersbeleid. Per saldo is daarmee het beschikbare budget voor vrijwilligersbeleid wel ingezet. Tot slot is de onderbesteding op het onderdeel van individueel naar collectief het gevolg van het niet geheel nodig hebben van een overheveling uit 2018 en middelen vanuit een overheveling uit het BW/MO-budget. Daarnaast een voordeel van €42.000 omdat de Provincie bij de afrekening van het project "Wie zorgt er later voor jou" de onderbesteding niet terugvordert. |
k | WMO-dienstverlening | Meedoen | 758 | De uitgaven WMO-dienstverlening (persoonlijke ondersteuning, dagbesteding en hulp bij het huishouden) zijn significant lager dan begroot. Dit heeft een tweetal oorzaken: |
l | Jeugdzorg | Jeugd en onderwijs | -170 | De kosten Jeugdzorg vallen circa €170.000 hoger uit dan voorzien, met name als gevolg van nagekomen lasten over voorgaande jaren (2017 en 2018). |
m | Leerlingenvervoer | Jeugd en onderwijs | 103 | Sinds 1 augustus 2019 voert de gemeente Deventer het leerlingenvervoer zelfstandig uit, na een aanbesteding samen met Apeldoorn en Zutphen. De kosten onder de nieuwe aanbesteding vallen lager uit dan voorzien. Het budget voor de uittredesom van €240.000 is overgeheveld naar 2020, omdat eind 2019 nog geen overeenstemming was over de hoogte ervan. Eind januari hebben alle gemeenten ingestemd met een voorstel. Voor Deventer betekent dit een uittredesom van €142.000. Daarnaast hebben alle gemeenten zich gecommitteerd om vanaf 2020 een bijdrage te doen in de bestemmingsreserve optimalisatiekosten. Voor Deventer betekent dit een bijdrage van maximaal €152.000. |
n | Onderhoud culturele gebouwen | Economie, kunst en cultuur | -169 | Een negatief resultaat met name op het taakveld cultureel erfgoed, onderhoud gebouwen (€169.000).Het reguliere groot onderhoud wordt planmatig en binnen de financiële kaders uitgevoerd. In 2019 zijn er meer kosten gemaakt dan verwacht bij met name de Bergkerk, Lebuïnuskerk en de Waag |
o | Toerekening overhead aan projecten | Bedrijfsvoering | 242 | De overheadkosten op het programma bedrijfsvoering zijn voor het merendeel gedekt uit de structureel beschikbare apparaatsbudgetten van programma’s. Circa €2,5 miljoen van de overheadkosten moet gedekt worden door een opslag op uurtarieven voor eenmalige projecten. Doordat er in 2019 meer uren zijn gerealiseerd op deze projecten is er een voordeel van circa €190.000 op de dekking overheadkosten |
p | Bedrijfsvoering | Bedrijfsvoering | 440 | DOWR-i werkorganisatie (voordeel €148.000) |
q | Voorziening dubieuze debiteuren | Algemene dekkingsmiddelen | -172 | De voorziening dubieuze debiteuren moet worden aangevuld met €172.000 |
r | Decembercirculaire 2019 Algemene uitkering | Algemene dekkingsmiddelen | 681 | Op basis van de decembercirculaire 2019 Algemene uitkering is er een hogere opbrengst van €1.096.000. Hiervan wordt via het programma Milieu en het programma Meedoen voor een bedrag van €415.000 overgeheveld naar 2020 |
s | Diversen | Diverse | -55 | Betreft diverse kleine voor- en nadelen op diverse programma’s |
Resultaatontwikkeling
De resultaatbestemming omvat alle stortingen in en puttingen uit de reserves, die ten laste komen respectievelijk ten gunste komen van de exploitaties. Ook is in dit programma de rente, die wordt toegevoegd aan de reserves opgenomen.
(bedragen x €1.000) | |||||
Omschrijving | Lasten/Baten | Primitieve begroting | Begroting na wijziging | Rekening | Verschil |
Toevoegingen rente aan reserves | 393 | 393 | 393 | 0 | |
Stortingen in reserves | Lasten | 7.207 | 36.554 | 40.975 | -4.421 |
Puttingen uit reserves | Baten | 14.022 | 37.842 | 38.353 | -511 |
Saldo | 6.422 | 895 | -3.015 | 3.910 |
Voor een specificatie van de stortingen in en puttingen uit diverse reserves wordt verwezen naar bijlage 6 Resultaatbestemming via reserves.
De rekeninggegevens bestaan uit de balans tussen bezittingen en schulden, de toelichting op de verschillende onderdelen hiervan en de rekening van baten en lasten. Dit is het resultaat.
Meer informatie
Overzicht Baten en Lasten
(bedragen x €1.000) | ||||||||||||
Primitieve begroting | Begroting na wijziging | Rekening | Verschil | |||||||||
Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | |
Programma | ||||||||||||
Burger en bestuur | 7.304 | 1.351 | -5.952 | 8.373 | 1.310 | -7.063 | 8.640 | 1.515 | -7.125 | 266 | 205 | -62 |
Openbare orde en veiligheid | 10.044 | 626 | -9.418 | 10.138 | 651 | -9.486 | 10.151 | 663 | -9.488 | 13 | 11 | -2 |
Leefomgeving | 34.391 | 14.243 | -20.148 | 37.077 | 14.059 | -23.018 | 37.000 | 16.014 | -20.986 | -76 | 1.956 | 2.032 |
Milieu en duurzaamheid | 15.068 | 12.656 | -2.412 | 16.138 | 13.009 | -3.128 | 16.512 | 12.913 | -3.599 | 375 | -96 | -471 |
Ruimtelijke ontwikkeling | 6.280 | 3.392 | -2.888 | 8.649 | 5.173 | -3.475 | 7.792 | 5.892 | -1.900 | -857 | 718 | 1.575 |
Herstructurering en vastgoed | 14.442 | 15.311 | 869 | 18.049 | 24.201 | 6.152 | 36.474 | 38.764 | 2.290 | 18.425 | 14.563 | -3.862 |
Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | 72.128 | 39.415 | -32.713 | 73.470 | 39.295 | -34.175 | 73.310 | 42.561 | -30.749 | -160 | 3.266 | 3.426 |
Meedoen | 79.741 | 4.260 | -75.482 | 84.180 | 5.030 | -79.150 | 79.501 | 4.925 | -74.576 | -4.679 | -105 | 4.574 |
Jeugd en onderwijs | 35.267 | 670 | -34.597 | 37.873 | 3.554 | -34.319 | 37.522 | 3.295 | -34.227 | -351 | -259 | 93 |
Economie, kunst en cultuur | 17.987 | 2.663 | -15.324 | 19.766 | 4.064 | -15.702 | 19.712 | 2.803 | -16.909 | -54 | -1.261 | -1.207 |
Bedrijfsvoering | 33.186 | 7.877 | -25.309 | 34.092 | 8.065 | -26.027 | 32.632 | 7.966 | -24.666 | -1.460 | -99 | 1.360 |
Subtotaal programma's | 325.839 | 102.464 | -223.375 | 347.804 | 118.411 | -229.392 | 359.246 | 137.311 | -221.935 | 11.442 | 18.899 | 7.456 |
Algemene dekkingsmiddelen | ||||||||||||
Algemene uitkeringen | 0 | 197.789 | 197.789 | 0 | 201.960 | 201.960 | 0 | 203.056 | 203.056 | 0 | 1.096 | 1.096 |
Lokale heffingen | -16 | 26.462 | 26.478 | -16 | 26.624 | 26.640 | -6 | 26.622 | 26.627 | 10 | -3 | -13 |
Calculatieverschillen | 3.935 | 2.822 | -1.113 | 4.155 | 2.910 | -1.245 | 4.478 | 3.326 | -1.152 | 323 | 416 | 93 |
Saldo financieringsfunctie | -882 | 882 | -723 | 723 | -654 | 654 | 69 | 0 | -69 | |||
Dividend | 1.245 | 1.245 | 1.385 | 1.385 | 1.385 | 1.385 | 0 | 0 | 0 | |||
Overige algemene dekkingsmiddelen | 863 | 566 | -297 | 931 | 1.025 | 95 | 977 | 571 | -406 | 46 | -454 | -501 |
Uitvoeringskosten lokale heffingen | 1.355 | 3 | -1.352 | 1.195 | 3 | -1.192 | 1.105 | 15 | -1.090 | -90 | 12 | 102 |
Stelposten | 6.454 | 0 | -6.454 | -34 | 0 | 34 | 0 | 0 | 0 | 34 | 0 | -34 |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen | 11.710 | 228.888 | 217.178 | 5.507 | 233.908 | 228.401 | 5.900 | 234.974 | 229.074 | 393 | 1.066 | 674 |
Onvoorzien | 225 | 0 | -225 | 25 | 0 | -25 | 0 | 0 | 0 | -25 | 0 | 25 |
Resultaat voor resultaatbestemming | 337.774 | 331.351 | -6.423 | 353.336 | 352.319 | -1.017 | 365.146 | 372.285 | 7.139 | 11.810 | 19.965 | 8.155 |
Mutaties reserves | ||||||||||||
Burger en bestuur | 0 | 70 | 70 | 30 | 134 | 104 | 30 | 132 | 102 | 0 | -3 | -3 |
Openbare orde en veiligheid | 6 | 28 | 22 | 95 | 170 | 75 | 95 | 106 | 12 | 0 | -63 | -63 |
Leefomgeving | 394 | 1.349 | 955 | 3.072 | 5.152 | 2.080 | 2.292 | 3.573 | 1.282 | -780 | -1.578 | -798 |
Milieu en Duurzaamheid | 0 | 748 | 748 | 88 | 364 | 276 | 88 | 235 | 148 | 0 | -129 | -129 |
Ruimtelijke ontwikkeling | 0 | 185 | 185 | 23 | 1.151 | 1.128 | 1.024 | 1.191 | 167 | 1.001 | 40 | -960 |
Herstructurering en vastgoed | 109 | 342 | 233 | 6.080 | 1.008 | -5.072 | 3.184 | 1.983 | -1.201 | -2.896 | 975 | 3.871 |
Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | 0 | 86 | 86 | 260 | 618 | 358 | 260 | 504 | 244 | 0 | -113 | -113 |
Meedoen | 455 | 1.447 | 993 | 5.054 | 2.413 | -2.641 | 7.299 | 1.578 | -5.721 | 2.245 | -835 | -3.080 |
Jeugd en onderwijs | 1.500 | 2.826 | 1.326 | 5.950 | 7.402 | 1.453 | 6.098 | 7.572 | 1.474 | 148 | 169 | 21 |
Economie, kunst en cultuur | 43 | 183 | 140 | 2.671 | 2.508 | -164 | 1.323 | 2.247 | 924 | -1.349 | -261 | 1.088 |
Bedrijfsvoering | 887 | 836 | -52 | 1.640 | 2.014 | 375 | 1.604 | 1.437 | -167 | -36 | -578 | -542 |
Algemene dekkingsmiddelen | 4.205 | 5.921 | 1.716 | 11.985 | 14.909 | 2.924 | 18.073 | 17.796 | -277 | 6.088 | 2.888 | -3.200 |
Subtotaal Mutaties reserves | 7.600 | 14.022 | 6.422 | 36.946 | 37.842 | 895 | 41.368 | 38.353 | -3.014 | 4.422 | 512 | -3.909 |
Resultaat na resultaatbestemming | 345.374 | 345.374 | 0 | 390.282 | 390.161 | -121 | 406.514 | 410.639 | 4.126 | 16.232 | 20.478 | 4.245 |
Toelichting op de programmarekening
Hieronder volgt een korte toelichting op hoofdlijnen van de verschillen in saldi van de uitkomsten tussen de begroting 2019 na wijziging en de realisatie 2019.
Dit betreft verschillen inclusief de puttingen en stortingen uit/in reserves. Een gedetailleerde toelichting treft u aan in de programmatoelichting in het jaarverslag.
Programma Burger en bestuur
Het nadelig resultaat van €64.000 betreft een nadeel door de storting in de voorziening wethouderspensioenen van €200.000 en voordelen op de kosten van de raad leges Burgerzaken.
Programma Openbare orde en veiligheid
De lasten en baten in dit programma verschillen €65.000 nadelig. Dit zijn per saldo diverse onderwerpen met kleine verschillen.
Programma Leefomgeving
Het programma heeft een voordelig resultaat van €1,2 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van onderhoudswerken. Bij de budgetoverhevelingen wordt voorgesteld een bedrag van per saldo €1,2 miljoen over te hevelen.
Programma Milieu en duurzaamheid
De lasten en baten in dit programma hebben een nadelige uitkomst van €599.000. Dit komt door de stijging van de lasten voor afvalverwerking die niet in de tarieven waren verdisconteerd.
Programma Ruimtelijke ordening
Het programma heeft een voordelig rekeningresultaat van €614.000. Dit wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van eenmalige projecten. Bij de budgetoverhevelingen wordt voorgesteld een bedrag van per saldo €555.000 over te hevelen.
Programma Herstructurering en vastgoed
De lasten en baten in dit programma verschillen €8.000 voordelig.
Programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt
Het voordelig exploitatieresultaat van €3,3 miljoen betreft met name het eerder ontvangen van het dividend van KonnekteD ad €3.240.000. Dit bedrag wordt via het programma Algemene dekkingsmiddelen gestort in de generieke weerstandsreserve.
Programma Meedoen
Het programma heeft een voordelig resultaat van €1,5 miljoen. Er zijn voordelen in totaal €1,3 miljoen op Samenkracht, Hulpmiddelen, WMO-dienstverlening en Eigen bijdrage WMO. Een nadeel is er op de schuldhulpverlening van €204.000.
Programma Jeugd en onderwijs
De lasten en baten in het programma verschillen €113.000 voordelig. Dit betreft een nadeel op Jeugdhulp van €170.000 (nagekomen lasten 2017 en 2018) en peuterspeelzalen €47.000.
Programma Economie, kunst en cultuur
Het programma kent per saldo een negatief exploitatieresultaat van €119.000. Dit wordt met name veroorzaakt door meer onderhoud culturele panden.
Programma Bedrijfsvoering
Het voordeel in het programma van €819.000 wordt veroorzaakt door voordelen: I-werkorganisaties voor het grootste gedeelte te verklaren door lagere niet gebouw gebonden kosten, personele kosten DOWR-i, loonsom team Finance & Control, dekking overhead, niet-gebouw gebonden facilitaire kosten.
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Het nadeel op het programma van €2,5 miljoen is het nadeel door de storting in de Generieke weerstandsreserve van het bedrag ad €3,2 miljoen, wat als dividend KonnekteD op programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt is ontvangen. Daarnaast is er op basis van de decembercirculaire 2019 in de Algemene uitkering een voordeel van €866.000. Daarnaast is er negatieve budgetoverheveling van €380.000 in verband met een nog te ontvangen teruggave BTW.
Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen
Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen
Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. In deze nieuwe wet zijn regels vastgelegd over de maximale bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Jaarlijks wordt de WNT-norm vastgesteld in een ministeriële regeling.
Rapportage WNT
De WNT is van toepassing op de gemeente Deventer. Artikel 4.1 – WNT en het gewijzigde artikel 28 – BBV verplicht te rapporteren over de bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen. Voor de gemeenten is de functie van gemeentesecretaris en van griffier aangewezen als topfunctionaris in de zin van de WNT. Dit betreffen de volgende gegevens;
- de naam (het publiceren van de naam geldt enkel voor de topfunctionarissen)
- de beloning
- de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding;
- de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn;
- de functie of functies;
- de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; en
- een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm (indien van toepassing).
Daarnaast wordt transparantie gevraagd over bezoldiging van overige functionarissen met een dienstbetrekking waarvan de bezoldiging het wettelijk maximum overschrijdt (artikel 4.2 – WNT). De maximum bezoldigingsnorm voor 2019 bedraagt € 194.000. Het publiceren van de gegevens van niet-topfunctionarissen gebeurt alleen op functie (niet op naam). In de toelichting op de balans moeten de volgende gegevens worden opgenomen;
- de beloning
- de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding;
- de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn;
- de functie of functies;
- de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; en
- een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm.
Ontslagvergoeding
Topfunctionaris
Conform artikel 4.1, lid 3 – WNT wordt in de jaarrekening de verrichte uitkering opgenomen aan de top functionaris waarvan het dienstverband in het boekjaar is beëindigd. Wanneer de uitkering meer bedraagt dan de wettelijke maximale bezoldiging van € 75.000 wordt de overschrijding in het jaarverslag gemotiveerd (artikel 4.2, lid 4 – WNT).
Niet-topfunctionaris
De norm voor de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband geldt niet voor niet-topfunctionarissen. Voor niet-topfunctionarissen geldt wel dat wanneer een hogere uitkering dan het bezoldigingsmaximum (oftewel wanneer de som van de bezoldiging en de beëindigingsuitkering boven de €189.000 uitkomt) dit moet worden vastgelegd in het jaarverslag en elektronisch bij het ministerie moet worden gemeld.
Uitvoering WNT
De Gemeente Deventer heeft in 2019 geen bezoldiging verstrekt aan functionarissen met een dienstbetrekking die hoger is dan de maximale norm (€194.000).
In 2019 was er in de gemeente Deventer (conform de WNT) geen sprake van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking. De gemeente Deventer heeft 3 topfunctionarissen in dienst, te weten de heer Kossen (Algemeen directeur en gemeentesecretaris), mevrouw R. Weernekers (Griffier a.i.) tot 1 februari 2019 en de heer A. Kerver (Griffier) vanaf 1 februari 2019.
(bedragen x €1)
M.A. Kossen | R. Weernekers | A. Kerver | S.J. Peet | |
Functiegegevens | Gemeentesecretaris | Griffier a.i. | Griffier | Griffier |
Aanvang en einde functievervulling in 2019 | 01-01 - 31-12 | 01-01 - 31-01 | 01-02 - 31-12 | - |
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | 1,0 | |
Dienstbetrekking? | ja | ja | ja | |
Bezoldiging | ||||
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | €129.311,87 | €6.903,35 | €92.773,33 | |
Beloningen betaalbaar op termijn | €19.982,40 | €1.182,03 | €16.035,91 | |
Bezoldiging | €149.294,27 | €8.085,38 | €108.809,24 | |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | €194.000 | €16.476,71 | €177.523,29 | |
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | |
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | |
Gegevens 2018 | ||||
Aanvang en einde functievervulling in 2018 | 01-01 - 31-12 | 16-03 - 31-12 | -- | 01-01 - 15-03 |
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | 1,0 | |
Dienstbetrekking? | ja | ja | ja | |
Bezoldiging | ||||
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | €127.977,00 | €79.382,63 | €29.079,69 | |
Beloningen betaalbaar op termijn | €18.318,84 | €11.774,89 | €3.628,95 | |
Bezoldiging | €146.295,84 | €91.157,52 | €32.708,64 | |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | €189.000 | €150.682,19 | - | €38.835,62 |
De gemeente Deventer heeft in 2019 geen bezoldiging verstrekt aan functionarissen met een dienstbetrekking die hoger is dan de maximale norm (€194.000). Er waren geen ontslagvergoedingen boven de €75.000 aan (top)functionarissen conform de WNT-norm. In 2019 had de Burgemeester van Deventer het hoogst belastbaar jaarloon. Zijn inkomen is vastgesteld conform de wettelijk bepalingen die zijn gesteld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
(bedragen x €1.000) | |||||
Activa | 31-12-2019 | 31-12-2018 | Passiva | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
Vaste activa | Vaste passiva | ||||
Immateriele vaste activa | Eigen vermogen | ||||
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio | 111 | 120 | Algemene reserve | 18.778 | 17.367 |
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 468 | 875 | Bestemmingsreserves | 58.306 | 50.141 |
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 2.822 | 2.857 | Gerealiseerde resultaat | 4.123 | 6.561 |
Sub-totaal | 3.401 | 3.852 | Sub-totaal | 81.207 | 74.069 |
Materiële vaste activa | Voorzieningen | ||||
Investeringen met economisch nut | 171.677 | 177.713 | Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's | 8.988 | 7.726 |
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven | 32.324 | 32.913 | Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is | 2.931 | 1.764 |
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut | 27.271 | 25.341 | |||
Gronden uitgegeven in erfpacht | 15.810 | 11.916 | |||
Sub-totaal | 247.082 | 247.883 | Sub-totaal | 11.919 | 9.490 |
Financiële vaste activa | Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer | ||||
Kapitaal verstrekkingen aan: | Onderhandse leningen van: | ||||
- Deelnemingen | 23.330 | 20.559 | - Binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 293.968 | 305.948 |
Leningen aan: | - Binnenlandse bedrijven | 5.187 | 5.327 | ||
- Deelnemingen | 30.690 | 32.496 | - Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren | 20.000 | 20.000 |
Overige langlopende leningen u/g | 5.807 | 5.953 | Waarborgsommen | 52 | 62 |
Sub-totaal | 59.827 | 59.008 | Sub-totaal | 319.207 | 331.337 |
Totaal vaste activa | 310.310 | 310.743 | Totaal vaste passiva | 412.333 | 414.896 |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||
Voorraden | Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | ||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 55.813 | 49.174 | Banksaldi | 3.711 | 10.135 |
Gereed product en handelsgoederen | 8.491 | 8.356 | Overige schulden | 14.084 | 14.795 |
Sub-totaal | 64.304 | 57.530 | Sub-totaal | 17.795 | 24.930 |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | Overlopende passiva | ||||
Vorderingen op openbare lichamen | 2.704 | 2.709 | Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume | 20.295 | 18.774 |
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar | 21.908 | 23.732 | De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren uitgesplitst naar de ontvangen bedragen van: | ||
Overige vorderingen | 12.190 | 10.924 | - Europese overheidslichamen | 0 | 0 |
- Het Rijk | 979 | 1.409 | |||
- Overige Nederlandse overheidslichamen | 1.487 | 673 | |||
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van het volgende begrotingsjaar komen | 2.263 | 1.941 | |||
Sub-totaal | 36.802 | 37.365 | Sub-totaal | 25.024 | 22.797 |
Liquide middelen | |||||
Kassaldi | 7 | 9 | |||
Banksaldi | 2.473 | 5.876 | |||
Sub-totaal | 2.480 | 5.885 | |||
Overlopende activa | |||||
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel uitgesplitst naar de nog te ontvangen bedragen van: | |||||
- Europese overheidslichamen | 6 | 6 | |||
- Het Rijk | 971 | 1.365 | |||
- Overige Nederlandse overheidslichamen | 4.558 | 3.770 | |||
Overige nog te ontvangen bedragen | 34.291 | 43.296 | |||
Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren | 1.430 | 2.663 | |||
Sub-totaal | 41.256 | 51.100 | |||
Totaal vlottende activa | 144.842 | 151.880 | Totaal vlottende passiva | 42.819 | 47.727 |
Totaal generaal | 455.152 | 462.623 | Totaal generaal | 455.152 | 462.623 |
Gewaarborgde geldleningen | 14.871 | 16.197 | |||
Garantstellingen | 1.042.995 | 1.046.471 |
In deze toelichting worden de activa en passiva op onderdelen nader toegelicht.
Meer informatie
Vaste activa - Immateriële vaste activa
De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio | 111 | 120 |
Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief | 468 | 875 |
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 2.822 | 2.857 |
Totaal | 3.401 | 3.852 |
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2019:
(bedragen x €1.000) | ||||||||
Boekwaarde | Herrubricering | Investeringen | Des-investeringen | Afschrijvingen | Bijdragen van derden | Afwaarderin | Boekwaarde | |
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio | 120 | 0 | 0 | 0 | 9 | 0 | 0 | 111 |
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 875 | -695 | 293 | 3 | 2 | 0 | 0 | 468 |
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 2.857 | 0 | 270 | 0 | 170 | 135 | 0 | 2.822 |
Totaal | 3.852 | -695 | 563 | 3 | 181 | 135 | 0 | 3.401 |
Toelichting Herrubricering:
Tuinen van Zandweerd is een voormalig NIEGG complex dat bij de begroting 2017 conform BBV regelgeving gesplitst is in materiële en immateriële activa.
De gemaakte kosten zijn medio 2019 in een grondexploitatie gebracht, waarvoor de Raad begin 2019 het ruimtelijke en financiële kader heeft vastgesteld.
De belangrijkste investeringen staan in het hierna opgenomen overzicht vermeld. Per investering staat het ter beschikking gestelde krediet aangegeven, het in 2019 daadwerkelijk bestede bedrag en het totaalbedrag dat tot en met 2019 ten laste van het krediet is gebracht.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden betreft activering van investeringen aan de geluidswal A1 bij Bathmen op grond die in eigendom is van Rijkswaterstaat.
De desinvestering betreft een bijdrage in de kosten voor opstelling intentie-overeenkomst Oranjekwartier.
(bedragen x €1.000) | |||
Beschikbaar gesteld krediet | Werkelijk besteed in 2019 | Cumulatief besteed t/m 2019 | |
Geluidswal A1 Bathmen | 2.455 | 269 | 269 |
Voorbereidingskrediet Dreef | 58 | 13 | 13 |
Voorbereidingskrediet Oranjekwartier | 140 | 141 | 141 |
Voorbereidingskrediet Shita terrein en speeltuinlocatie | 236 | 84 | 209 |
Voorbereidingskrediet van Hetenstraat | 105 | 55 | 55 |
Totaal | 2.994 | 562 | 687 |
Vaste activa - Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de onderstaande onderdelen. De lopende investeringen staan opgenomen in bijlage 12 Dynamische kredieten.
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Investeringen met een economisch nut | 171.677 | 177.713 |
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van kosten een heffing kan worden geheven | 32.324 | 32.913 |
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut | 27.271 | 25.341 |
In erfpacht uitgegeven gronden | 15.810 | 11.916 |
Totaal | 247.082 | 247.883 |
De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Gronden en terreinen | 13.092 | 13.595 |
Woonruimten | 1.035 | 1.091 |
Bedrijfsgebouwen | 120.355 | 124.157 |
Grond- weg- en waterbouwkundige werken | 4.240 | 4.305 |
Vervoermiddelen | 5 | 6 |
Machines, apparaten en installaties | 19.189 | 20.069 |
Overige materiële vaste activa | 13.761 | 14.490 |
Totaal | 171.677 | 177.713 |
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut weer:
(bedragen x €1.000) | ||||||||||||
Boek | Stand voorziening 31-12-2018 | Boek | Her | Investe | Des | Afschrij | Bijdragen van derden | Afwaar | Boek | Stand voorziening 31-12-2019 | Boek | |
Gronden en terreinen | 14.824 | 1.229 | 13.595 | -3.115 | 1.732 | 79 | 223 | 47 | 0 | 13.092 | 0 | 13.092 |
Woonruimten | 1.091 | 0 | 1.091 | 0 | 0 | 0 | 56 | 0 | 0 | 1.035 | 0 | 1.035 |
Bedrijfsgebouwen | 124.214 | 57 | 124.157 | -313 | 30 | 0 | 3.517 | 7 | 0 | 120.407 | 52 | 120.355 |
Grond-,weg- en waterbouwkundige werken | 4.305 | 0 | 4.305 | 0 | 124 | 0 | 189 | 0 | 0 | 4.240 | 0 | 4.240 |
Vervoermiddelen | 6 | 0 | 6 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 5 | 0 | 5 |
Machines, apparaten en installaties | 20.069 | 0 | 20.069 | 250 | 1.224 | 9 | 2.305 | 40 | 0 | 19.189 | 0 | 19.189 |
Overige materiële vaste activa | 14.490 | 0 | 14.490 | 0 | 1.292 | 0 | 1.972 | 49 | 0 | 13.761 | 0 | 13.761 |
Totaal | 178.999 | 1.286 | 177.713 | - 3.178 | 4.402 | 88 | 8.263 | 143 | 0 | 171.729 | 52 | 171.677 |
De herrubricering gronden en terreinen betreft Skaeve Huse en Park Zandweerd. Grond Skaeve Huse (€899.000) is van gronden en terreinen overgeboekt naar de voorraden, de boekwaarde van de laatste overgebleven voormalige NIEGG, Park Zandweerd (€2.033.000) is in exploitatie genomen en eveneens overgeboekt naar de voorraden. Perceel Schoolstraat Bathmen (€182.000) is in verband met verkoop 2020 overgeboekt naar gereed product.
De herrubricering bedrijfsgebouwen betreft investeringen binnen het krediet renovatie Noorderbergpoortgarage die betrekking hebben op machines, apparaten en installaties (€250.000). Deze zijn overgeboekt vanuit de rubriek bedrijfsgebouwen.
In verband met verkoop in 2020 is de boekwaarde van het pand Wittenstein (€63.000) overgeboekt naar gereed product.
De desinvestering betreft verkoop van grond Werf Schalkhaar en inkomsten uit de inruil van laptops.
Bijdragen van derden zijn ontvangen voor kunstgras en pupillenveld sportpark Zandweerd, de renovatie Noorderbergpoort garage, de Brinkgarage en eigen bijdrage en verkoop afgeschreven laptops aan medewerkers.
Een specificatie van de investeringen in 2019 treft u hieronder aan:
(bedragen x €1.000) | |||
Beschikbaar gesteld krediet | Werkelijk besteed in 2019 | Cumulatief besteed t/m 2019 | |
Holterweg Benzineverkooppunt | 1.300 | 1.300 | 1.300 |
Parkeren op de Worp | 450 | 151 | 426 |
Sportpark Zandweerd kunstgras en pupillenveld | 333 | 281 | 281 |
Sportpark Zandweerd verbouw kleedkamers | 36 | 30 | 30 |
Reconstructie Brinkgarage | 455 | 84 | 305 |
Bestrating/hekwerk Op de Keizer | 120 | 41 | 41 |
Stadspoortgarage-installaties | 424 | 154 | 407 |
Vervanging kaartlees apparatuur parkeren | 360 | 92 | 92 |
Office365/Windows 10 | 1.049 | 323 | 792 |
Client hardware laptops | 377 | 400 | 409 |
Telefooncentrale | 120 | 104 | 104 |
Warmtegordijn stadhuiskantoor | 30 | 30 | 30 |
ICT middelen | 40 | 34 | 34 |
Electriciteitsvoorziening Brink | 35 | 17 | 17 |
Electriciteitsvoorziening winkelcentr Flora | 75 | 69 | 75 |
Digitalisering parkeren | 500 | 125 | 167 |
Client hardware fatclient | 100 | 100 | 100 |
Upgrades roadmap 2019 | 239 | 210 | 210 |
Storage 2019 | 25 | 18 | 18 |
Hardware/servers/blades/enclosures | 146 | 146 | 146 |
Smartphones | 30 | 19 | 19 |
Sportpark Zandweerd kunstgras toplaag en invulling | 333 | 333 | 333 |
Zonwering gymzaal de Vijfhoek | 300 | 34 | 34 |
Stadhuiskantoor | 530 | 230 | 360 |
BAG harmonisatie | 140 | 9 | 115 |
Modernisering GBA administratie | 372 | 68 | 294 |
Totaal | 7.919 | 4.402 | 6.139 |
De investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kunnen als volgt worden onderverdeeld:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Gronden en terreinen | - | - |
Woonruimten | - | - |
Bedrijfsgebouwen | - | - |
Grond- weg- en waterbouwkundige werken | 31.327 | 31.889 |
Vervoermiddelen | - | - |
Machines, apparaten en installaties | 850 | 871 |
Overige materiële vaste activa | 147 | 153 |
Totaal | 32.324 | 32.913 |
Het onderstaand overzicht geeft weer het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven:
(bedragen x €1.000) | |||||||
Boekwaarde 31-12-2018 | Investeringen | Des | Af | Bijdragen van derden | Af | Boekwaarde 31-12-2019 | |
Gronden en terreinen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Woonruimten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrijfsgebouwen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grond-,weg- en waterbouwkundige werken | 31.889 | 792 | 0 | 1.049 | 305 | 0 | 31.327 |
Vervoermiddelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Machines, apparaten en installaties | 871 | 0 | 0 | 21 | 0 | 0 | 850 |
Overige materiële vaste activa | 153 | 0 | 0 | 6 | 0 | 0 | 147 |
Totaal | 32.913 | 792 | 0 | 1.076 | 305 | 0 | 32.324 |
De investeringen betreffen gerealiseerde kosten voor het Gemeentelijk Rioleringsplan, waaronder de vervanging riolering Brinkgreverweg (€190.000), riolering Hanzeweg (€177.000) en klimaatadaptatie (€172.000).
Voor de vervanging van de waterleiding tunnel Brinkgreverweg is een bijdrage van €12.000 ontvangen.
Voor klimaatadaptatie is een bijdrage van het waterschap ontvangen ad €107.000, voor de vervanging riolering Jan Steenstraat een schade-uitkering van €186.000.
De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Gronden en terreinen | 29 | 30 |
Woonruimten | - | - |
Bedrijfsgebouwen | - | - |
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 26.460 | 24.671 |
Vervoermiddelen | - | - |
Machines, apparaten en installaties | 37 | 39 |
Overige materiële vaste activa | 745 | 601 |
Totaal | 27.271 | 25.341 |
Maatschappelijk investeringen mochten tot 2017 worden afgeschreven. Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten met ingang van 2017 de investeringen maatschappelijk nut worden afgeschreven. In onderstaand overzicht wordt daarom deze splitsing in de jaren gemaakt.
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut heeft het volgende verloop:
(bedragen x €1.000) | |||||||
Boekwaarde 31-12-2018 | Investeringen | Des | Af | Bijdragen van derden | Af | Boekwaarde 31-12-2019 | |
Maatschappelijk nut voor 2017 | |||||||
Gronden en terreinen | 30 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 29 |
Grond- weg- en waterbouwkundige werken | 18.169 | 0 | 0 | 1.609 | 0 | 0 | 16.560 |
Machines, apparaten en installaties | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Overige materiële vaste activa | 184 | 0 | 0 | 15 | 0 | 0 | 169 |
Totaal | 18.384 | 0 | 0 | 1.625 | 0 | 0 | 16.759 |
Maatschappelijk nut vanaf 2017 | |||||||
Gronden en terreinen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grond- weg- en waterbouwkundige werken | 6.502 | 6.704 | 449 | 165 | 2.692 | 0 | 9.900 |
Machines, apparaten en installaties | 38 | 47 | 0 | 2 | 47 | 0 | 36 |
Overige materiële vaste activa | 417 | 174 | 0 | 0 | 15 | 0 | 576 |
Totaal | 6.957 | 6.925 | 449 | 167 | 2.754 | 0 | 10.512 |
Totaal | 25.341 | 6.925 | 449 | 1.792 | 2.754 | 0 | 27.271 |
De investeringen zijn hieronder gespecificeerd. De desinvesteringen betreffen bijdragen voor het winkelcentrum Colmschate (€109.000) en een planbijdrage voor bouw- en woonrijp maken de Venen, Rivierenwijk (€340.000).
Bijdragen van derden zijn ontvangen voor de tunnel Oostriklaan, Brinkgreverweg, stationsomgeving Groene Wal, herinrichting Grote Kerkhof, Hanzeweg-Parallelweg, Wezenland/Keizer Karelplein, fietsroutes Margijnenenk-Overstichtlaan en Oerdijk.
(bedragen x €1.000) | |||
Beschikbaar gesteld krediet | Werkelijk besteed in 2019 | Cumulatief besteed t/m 2019 | |
Brinkgreverweg | 1.290 | 948 | 1.116 |
Reconstructie Oosterwechelseweg | 810 | 126 | 787 |
Reconstructie Hanzeweg | 878 | 446 | 623 |
Ceintuurbaan-Zamenhofplein | 1.532 | 485 | 1.374 |
Herinrichting Grote Kerkhof | 385 | 239 | 275 |
Hanzeweg - Parallelweg | 363 | 252 | 322 |
MJOP Wezenland /Keizer Karellaan | 2.800 | 1.065 | 1.222 |
Winkelcentrum Colmschate | 600 | 660 | 660 |
Fietsroutes Margijnenenk -Overstichtlaan | 530 | 129 | 129 |
MJOP-2019 Fietspad Oerdijk | 427 | 382 | 382 |
MJOP-2019 Omvormen Butersdijk | 170 | 165 | 165 |
Tunnel Oostriklaan | 2.549 | 1.152 | 2.507 |
Ontw.Stationsomg groene wal | 5.676 | 276 | 4.055 |
Fietsstructuur A-1 zone | 1.000 | 39 | 39 |
de Venen bouw-woonrijpmaken Rivierenwijk | 704 | 340 | 1.317 |
Beter Benutten Vervolg CITS | 485 | 47 | 516 |
Fietsparkeren binnenstad | 1.246 | 105 | 824 |
Skatepark | 340 | 69 | 69 |
Totaal | 21.785 | 6.925 | 16.382 |
Het onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de in erfpacht uitgegeven gronden:
(bedragen x €1.000) | ||||||||
Boekwaarde | Her | In | Des | Af | Bijdragen van derden | Af | Boekwaarde 31-12-2019 | |
Gronden uitgegeven in erfpacht | 11.916 | 3.894 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15.810 |
Totaal | 11.916 | 3.894 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15.810 |
De herrubricering betreft de overdracht van de vuilstortlocatie Westfalenstraat van de grondexploitatie Bergweide.
Vaste activa - Financiële vaste activa
De financiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
(bedragen x €1.000) | |||||
Boekwaarde | Investeringen | Des | Afschrijvingen | Boekwaarde | |
Kapitaalverstrekkingen aan: | |||||
Deelnemingen | 20.559 | 3.226 | 454 | 1 | 23.330 |
Leningen aan: | |||||
Deelnemingen | 32.496 | 300 | 0 | 2.106 | 30.690 |
Overige langlopende leningen u/g | 5.953 | 115 | 0 | 261 | 5.807 |
Overige uitzettingen > 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 59.008 | 3.641 | 454 | 2.368 | 59.827 |
In 2019 is het aandelenkapitaal Viking met €3.226.000 verhoogd.
Voor €300.000 is een lening verstrekt aan de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer voor de Bodenloods.
Aan GA Eagles is een lening verstrekt van €115.000.
De desinvestering betreft de verkoop van de aandelen Wonen boven Winkels.
Vlottende activa - Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde 31-12-2019 | Boekwaarde 31-12-2018 | |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 103.004 | 86.789 |
Gereed product en handelsgoederen | 8.491 | 8.356 |
Totaal | 111.495 | 95.145 |
Afgedekt door voorzieningen verwacht verlies: | ||
Onderhanden werk; gronden in exploitatie | 47.191 | 37.615 |
Gereed product en handelsgoederen | 0 | 0 |
Totaal verliesvoorzieningen | 47.191 | 37.615 |
Totaal | 64.304 | 57.530 |
Vlottende activa - Onderhanden werk
Van de bouwgronden in exploitatie en grondbanken zonder transformatie kan van het verloop in 2019 het volgende overzicht worden gegeven:
(bedragen x €1.000) | ||||||||||||||||
Onderhanden werk | Boek | Stand voorz. | Balans | Herrubricering | Vermeerderingen | Verminderingen | Winstuitname | Boek | Rente op voorzieningen | Mutaties voorzieningen | Stand voorz. | Balans | Geraamde nog te realiseren kosten | Geraamde nog te realiseren opbrengsten | Geraamd eind | Geraamd eind |
Bouwgronden in exploitatie | ||||||||||||||||
Bergweide vuilstort Westfalenstr. | 4.757 | 965 | 3.792 | -3.894 | 792 | 33 | 1.622 | 1 | -931 | 35 | 1.587 | 3.696 | 5.281 | 37 | 34 | |
Bergweide deel- | 453 | 0 | 453 | 91 | 544 | 0 | 0 | 0 | 544 | 718 | 1.085 | 177 | 167 | |||
Havenkwartier Mr HF de Boerlaan | 6.310 | 6.346 | -36 | 388 | 69 | 6.629 | 126 | 164 | 6.636 | -7 | 1.212 | 1.192 | 6.649 | 6.143 | ||
Havenkwartier zelf en samenbouw | 2 | 0 | 2 | 22 | 24 | 0 | 0 | 0 | 24 | 13 | 37 | 36 | ||||
Havenkwartier doorontw. broedplaats | 146 | 0 | 146 | 47 | 151 | 42 | 0 | 0 | 0 | 42 | 0 | 0 | 42 | 41 | ||
HK Silogebied | 902 | 0 | 902 | 114 | 223 | 793 | 0 | 0 | 0 | 793 | 806 | 1.444 | 155 | 146 | ||
HK Stoer wonen | -331 | 0 | -331 | 57 | -274 | 0 | 0 | 0 | -274 | 107 | -167 | -161 | ||||
Hanzeweg | 870 | 0 | 870 | 164 | 139 | 895 | 0 | 0 | 0 | 895 | 1.773 | 2.182 | 486 | 432 | ||
Bedrijvenpark A1 | 32.530 | 18.254 | 14.276 | 12.616 | 15.075 | 11.964 | 48.257 | 358 | 9.801 | 28.413 | 19.844 | 23.140 | 36.761 | 34.636 | 28.414 | |
Bedrijventerrein Lettele | 841 | 601 | 240 | 32 | 873 | 12 | 11 | 624 | 249 | 198 | 410 | 661 | 623 | |||
Randgebieden AS Rondom de Scheg | 3.026 | 586 | 2.440 | -1.300 | 811 | 236 | 2.301 | 0 | -585 | 1 | 2.300 | 629 | 2.929 | 1 | 1 | |
Bedrijven Bathmen | 401 | 0 | 401 | 38 | 439 | 0 | 439 | 417 | 876 | -20 | -18 | |||||
Terrein Zutphenseweg | 391 | 267 | 124 | 144 | 55 | 480 | 5 | 79 | 351 | 129 | 1.520 | 1.804 | 196 | 185 | ||
Sluiskwartier | 5.853 | 2.270 | 3.583 | 583 | 224 | 6.212 | 45 | 288 | 2.603 | 3.609 | 3.621 | 7.015 | 2.818 | 2.603 | ||
Park Zandweerd | 0 | 0 | 0 | 2.729 | 733 | 3.462 | 0 | 0 | 0 | 3.462 | 6.416 | 10.070 | -192 | -170 | ||
WC Keizerslanden | 4.485 | 3.858 | 627 | 138 | 4.623 | 77 | 15 | 3.950 | 673 | 417 | 931 | 4.109 | 3.949 | |||
Eikendal fase 1 | 11.280 | 0 | 11.280 | 704 | 2.545 | 1.114 | 10.553 | 0 | 0 | 0 | 10.553 | 4.398 | 16.654 | -1.703 | -1.370 | |
Centrumplan Bathmen | 680 | 518 | 162 | 100 | 10 | 770 | 10 | 37 | 565 | 205 | 133 | 316 | 587 | 564 | ||
De Wijtenhorst | 4.971 | 2.841 | 2.130 | 587 | 914 | 4.644 | 58 | 153 | 3.052 | 1.592 | 711 | 2.180 | 3.175 | 3.052 | ||
De Vijfde Hoek | -531 | 0 | -531 | 3.205 | 784 | 3.435 | -63 | -40 | 0 | 0 | 0 | -40 | 974 | 1.410 | -476 | -449 |
Sub-totaal | 77.036 | 36.506 | 40.530 | 13.356 | 21.404 | 19.998 | 1.051 | 92.849 | 692 | 9.032 | 46.230 | 46.619 | 50.899 | 92.540 | 51.208 | 44.222 |
Grondbanken zonder transformatie | ||||||||||||||||
Steenbrugge | 9.753 | 1.109 | 8.644 | 546 | 144 | 10.155 | 21 | -169 | 961 | 9.194 | 3.406 | 12.434 | 1.127 | 962 | ||
Sub-totaal | 9.753 | 1.109 | 8.644 | 0 | 546 | 144 | 0 | 10.155 | 21 | -169 | 961 | 9.194 | 3.406 | 12.434 | 1.127 | 962 |
Eindtotaal | 86.789 | 37.615 | 49.174 | 13.356 | 21.950 | 20.142 | 1.051 | 103.004 | 713 | 8.863 | 47.191 | 55.813 | 54.305 | 104.974 | 52.335 | 45.184 |
De belangrijkste mutaties in de boekwaarde van de grondexploitaties zijn als volgt te verklaren:
- Bergweide Westfalenstraat: afname van per saldo €3,9 miljoen als gevolg van gronduitgifte in erfpacht (herrubricering) en planontwikkeling- en bodemkosten (vermeerdering €0,8 miljoen);
- Havenkwartier Mr de Boerlaan: toename van per saldo €0,3 miljoen vanwege planontwikkelingskosten en rente;
- Bedrijvenpark A1: toename van per saldo €15,7 miljoen door grond aan- en verkopen (vermindering €0,8 miljoen), planontwikkelingskosten en rentekosten (vermeerdering €2,8 miljoen) en bouw- en woonrijp maken (vermeerdering (€1,1 miljoen). En herrubricering van vlottende acitva in het kader van het faciliterend grondbedrijf (vermeerdering €12,6 miljoen)
- Holterwegzone: afname van per saldo €0,7 miljoen vanwege planontwikkeling-, rente- en bouwrijp maken (vermeerdering €0,6 miljoen) en verhuur grond (herrubricering €1,3 miljoen)
- Sluiskwartier: toename van €0,4 miljoen vanwege planontwikkelingskosten en rentekosten;
- Tuinen van Zandweerd: toename van per saldo €3,5 miljoen als gevolg van in exploitatie nemen (vermeerdering herrubricering €2,7 miljoen) en planontwikkeling en rentekosten (vermeerdering €0,7 miljoen)
- Eikendal: afname van €0,7 miljoen door grondverkopen (vermindering €2,6 miljoen) en civiele werkzaamheden, rentekosten en planontwikkelingskosten (vermeerdering €0,7 miljoen) en winstneming (vermeerdering €1,1 miljoen)
- Wijtenhorst: afname van €0,3 miljoen als gevolg van grondverkopen (vermindering €0,9 miljoen) en kosten woonrijp maken, planontwikkelingskosten en rentekosten (vermeerdering €0,6 miljoen).
- De Vijfde hoek: toename van €0,5 miljoen als gevolg van grondverkopen (vermindering €3,4 miljoen) en kosten woonrijp maken, planontwikkelingskosten en rentekosten (vermeerdering €0,8 miljoen) en herrubricering van vlottende activa in het kader van het faciliterend grondbedrijf (vermeerdering €3,2 miljoen).
Vlottende activa - Overzicht gereed product en handelsgoederen
(bedragen x € 1.000) | |||||||||||||
Boek | Stand voorz. | Balans | CBR Voorraad eigen verklaring | Her | Vermeer | Vermin | Afschrijvingen | Boek | Rente op voor | Mutaties voor | Stand voorz. | Balans | |
Te verkopen panden en gronden | 8.347 | 0 | 8.347 | 0 | 1.143 | 104 | 1.118 | 0 | 8.476 | 0 | 0 | 0 | 8.476 |
Overige voorraden | 9 | 0 | 9 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15 | 0 | 0 | 0 | 15 |
Totaal | 8.356 | 0 | 8.356 | 6 | 1.143 | 104 | 1.118 | 0 | 8.491 | 0 | 0 | 0 | 8.491 |
Voor een nadere toelichting; zie paragraaf Grondbeleid.
Vlottende activa - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(bedragen x €1.000) | ||||
Boekwaarde | Voorziening | Balanswaarde | Balanswaarde | |
Vorderingen op openbare lichamen | 2.704 | 0 | 2.704 | 2.709 |
Verstrekte kasgeldleningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar | 21.908 | 0 | 21.908 | 23.732 |
Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige vorderingen | 15.478 | 3.288 | 12.190 | 10.924 |
Overige uitzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 40.090 | 3.288 | 36.802 | 37.365 |
Vlottende activa - Drempelbedrag Schatkistbankieren (SKB)
(bedragen x €1.000) | ||||
1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal | |
Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist gehouden middelen | 4.043 | 3.882 | 2.049 | 2.820 |
Drempelbedrag | 2.577 | 2.577 | 2.577 | 2.577 |
Ruimte (binnen limiet +), (overschrijding -/-) | -1.466 | -1.305 | 528 | -243 |
In de paragraaf Financiering is het saldo schatkistbankieren nader toegelicht.
Vlottende activa - Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Kassaldi | 7 | 9 |
Banksaldi | 2.473 | 5.876 |
Totaal | 2.480 | 5.885 |
Vlottende activa - Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: |
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, uitgesplitst naar nog te ontvangen van: | ||
- Europese overheidslichamen | 6 | 6 |
- Het Rijk | 971 | 1.365 |
- Overige Nederlandse overheidslichamen | 4.558 | 3.770 |
Overige nog te ontvangen bedragen | 34.291 | 43.296 |
Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren | 1.430 | 2.663 |
Totaal | 41.256 | 51.100 |
Onder de overige nog te ontvangen bedragen is €11,9 miljoen opgenomen voor faciliterend grondbeleid bedrijvenpark A1 en Spijkvoorderenk. Voor
nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
Voor €15,6 miljoen staat een bedrag van nog te verrekenen BTW met het BTW compensatiefonds onder te ontvangen posten.
Het resterende bedrag van €6,8 miljoen betreft bijdragen van derden, andere gemeentes en nog te declareren bedragen.
De in de balans opgenomen nog te ontvangen voorschotbedragen van de EU, Rijk en provincies die zijn ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, zijn gespecificeerd in bijlage 11a.
Vaste passiva - Eigen Vermogen
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Algemene reserve | 18.778 | 17.367 |
Bestemmingsreserve | 58.306 | 50.141 |
Gerealiseerd resultaat | 4.123 | 6.561 |
Totaal | 81.207 | 74.069 |
Het jaarresultaat van €4,123 miljoen, verminderd met budgetoverhevelingen van €2,588 miljoen levert een netto resultaat van €1,535 miljoen.
Een samenvattend overzicht en analyse treft u aan onder het exploitatieresultaat.
Voor het verloop per reserves, zie bijlage 7.
Vaste passiva - Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
(bedragen x €1.000) | |||||
Boekwaarde | Toevoegingen | Vrijval | Aanwendingen | Boekwaarde | |
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's | 7.726 | 1.860 | 0 | 598 | 8.988 |
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden | 1.764 | 1.172 | 0 | 5 | 2.931 |
Totaal | 9.490 | 3.032 | 0 | 603 | 11.919 |
De voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico's betreft de voorziening wethouderspensioenen, fonds Evenementen en de voorziening afgesloten complexen grondexploitatie. De grootste posten worden hieronder toegelicht.
De toevoeging bij de wethouderspensioenen wordt grotendeels verklaard door:
rentetoevoeging (€138.000), jaarlijkse toevoeging conform begroting (€214.000) en aanpassing voorziening in verband met verlaging van de rekenrente (€1.284.000). Van deze voorziening is €290.000 aangewend voor de pensioenverplichtingen 2019.
Aan de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden wordt een bedrag van €416.000 toegevoegd aan de voorziening Riolen en Gemalen.
Tevens is er een nieuwe voorziening parkeerbijdrage bouwaanvragen ingesteld. Deze voorziening heeft een saldo van €653.000.
Voor het verloop per voorziening zie bijlage 9.
Vaste passiva - Vaste schulden met een rentetypische looptijd van > 1 jaar
De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar is als volgt:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Onderhandse leningen van: | ||
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 293.968 | 305.948 |
Binnenlandse bedrijven | 5.187 | 5.327 |
Buitenlandse instellingen | 20.000 | 20.000 |
Sub-totaal | 319.155 | 331.275 |
Waarborgsommen | 52 | 62 |
Totaal | 319.207 | 331.337 |
Voor een nadere toelichting op de leningen wordt verwezen naar de paragraaf Financiering in het jaarverslag 2019.
Vaste passiva - Overzicht vaste schulden met een rentetypische looptijd van > 1 jaar
In het hierna opgenomen overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar over het jaar 2019:
(bedragen x €1.000) | ||||
Saldo 31-12-2018 | Vermeerderingen | Aflossingen | Saldo 31-12-2019 | |
Onderhandse leningen | 331.275 | 0 | 12.120 | 319.155 |
Waarborgsommen | 62 | 4 | 14 | 52 |
Totaal | 331.337 | 4 | 12.134 | 319.207 |
De totale rentelast voor het jaar 2019 met betrekking tot de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar bedraagt €8.866.372.
Vlottende passiva - Kortlopende financiële verplichtingen
Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar | 17.795 | 24.930 |
Overlopende passiva | 25.024 | 22.797 |
Totaal | 42.819 | 47.727 |
De in de balans opgenomen netto-schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Banksaldi | 3.711 | 10.135 |
Overige schulden | 14.084 | 14.795 |
Totaal | 17.795 | 24.930 |
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:
(bedragen x €1.000) | ||
Boekwaarde | Boekwaarde | |
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume | 20.295 | 18.774 |
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren uitgesplitst naar de ontvangen bedragen van: | ||
- Europese overheidslichamen | 0 | 0 |
- Het Rijk | 979 | 1.409 |
- Overige Nederlandse overheidslichamen | 1.487 | 673 |
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen | 2.263 | 1.941 |
Totaal | 25.024 | 22.797 |
Voor een nadere specificatie van de in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van de volgende begrotingsjaren wordt verwezen naar bijlage 12.
Vlottende passiva - Waarborgen en garanties
Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:
(bedragen x €1.000) | |||||
Aard/ | Oorspronkelijk | Percentage | Boekwaarde | Boekwaarde | |
Gewaarborgde geldleningen | - | - | - | 6.759 | 7.427 |
Gewaarborgde geldleningen voor het verkrijgen en verbeteren van eigen woningen particulieren | - | - | - | 7.066 | 8.770 |
Totaal | 13.825 | 16.197 | |||
* In de bijlage "Staat van gewaarborgde geldleningen" treft u een nadere specificatie aan. |
Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen:
(bedragen x €1.000) | ||
Aard/ | Garantiebedrag 31-12-2019 | |
Garantstellingen via waarborgfondsen WEW (NHG) en WSW | - | 1.042.295 |
Overige verleende garanties (o.a. sportverenigingen) | - | 700 |
Totaal | 1.042.995 | |
* In de bijlage "Staat van gewaarborgde geldleningen" treft u een nadere specificatie aan. |
In 2019 is geen aanspraak gemaakt op de verleende borg- en garantstellingen.
Vlottende passiva - Langlopende financiële verplichtingen
De gemeente Deventer is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen.
De gemeente Deventer heeft meerjarige contracten voor onderhoud, catering en schoonmaak stadskantoor en huur depot archeologie en parkeergarages.
Daarnaast zijn er meerjarige leasecontracten voor roerende goederen (bedrijfsauto's en ICT apparatuur) en uitbesteding afvalverwerking afgesloten.
Samenvatting - niet uit de balans blijkende verplichtingen:
(bedragen x €1.000) | ||||
Totaalbedrag | Gerealiseerd | Gerealiseerd | Raming bedrag restant verplichting | |
Huurovereenkomst huisvesting gemeentelijk apparaat | 4.619 | 745 | 415 | 3.460 |
Huurovereenkomsten cultureel-, onderwijs-, welzijn en sportgebouwen* | 366 | 326 | 27 | 12 |
Lease overeenkomsten bedrijfswagens | 447 | 174 | 89 | 184 |
Lease overeenkomsten ICT apparatuur | 6.148 | 3.582 | 1.133 | 1.434 |
Huurovereenkomsten parkeergarages | 16.139 | 13.898 | 584 | 1.657 |
Uitbesteding afvalverwerking | 36.197 | 6.749 | 7.362 | 22.086 |
Overige overeenkomsten | 8.202 | 4.549 | 1.209 | 2.445 |
Totaal | 72.118 | 30.023 | 10.819 | 31.278 |
Gebeurtenissen na balansdatum
Jaarrekening
Het COVID-19 (Corona) virus heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2019, maar wel voor naar verwachting veel beleidsterreinen van onze begroting 2020 en mogelijk voor de jaren daarna. Hoe groot de financiële impact zal zijn, is nu onmogelijk te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Onze organisatie loopt geen risico voor de continuïteit. We bewaken onze liquiditeitspositie goed en nemen zo nodig maatregelen om onze taken gedurende deze crisis zo goed mogelijk te blijven uitvoeren.
Jaarverslag
De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen. Zie ook de raadsmededeling 2020-00520 waarin een overzicht van de actuele stand van zaken, uitgesplitst per programma, is gegeven. Dit naar de stand van 1 april 2020.
In aanvulling daarop hebben medio april Rijk en VNG concrete afspraken gemaakt over de continuïteit van financiering van de Jeugdwet en WMO. Kern is dat financiering van de omzet wordt doorgezet op het niveau van voor de coronacrisis. Zo zijn aanbieders niet gedwongen personeel te ontslaan en zijn aanbieders ervan verzekerd dat de kosten die zij maken vergoed blijven. Verantwoording na afloop zal plaatsvinden op basis van de feitelijk gerealiseerde kosten die een aanbieder heeft gemaakt. Als de gerealiseerde kosten daarvan aanzienlijk afwijken van de financiering van de omzet moet daarover worden afgerekend. Het inzicht geven in de inzet van personeel in deze periode en de gemaakte kosten is onderdeel van de jaarverantwoording 2020.
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 13 maart 2019 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Meer informatie
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling.
In de jaarrekening 2019 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de, in de decembercirculaire 2019 gepubliceerde accresmededeling.
Eigen bijdrage CAK
Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2018 van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarstukken moeten noemen, ook al ligt de oorzaak niet bij de gemeente.
De gemeente Deventer heeft onvoldoende zekerheid omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen Wmo van €1.768.579 in haar jaarrekening 2019.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten als ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
Vaste activa
Algemeen
In 2013 is door de raad de richtlijn activeren en afschrijven vastgesteld. Deze richtlijn is een vertaling van de eisen, welke zijn neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) inzake duurzame activa, naar de Deventer situatie. De richtlijn biedt een actueel kader voor investeringen en de daaruit voortvloeiende activa en afschrijvingen.
Voor de afschrijvingsduur gelden de afschrijvingstermijnen die zijn opgenomen in de richtlijn activeren en afschrijven (2013). In aanvulling hierop is te melden dat de afschrijvingstermijn van de mobiele telefoons is gesteld op 3 jaar dit gezien de dynamische technische ontwikkelingen en dat de betonnen skatevoorziening een afschrijvingstermijn kent van 15 jaar.
In de jaarrekening is, in aanvulling op de richtlijn activeren en afschrijven, uitgegaan van de notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) van de commissie BBV.
Omvangcriterium
Vanaf 1 januari 2005 worden investeringen met een gebruiksduur kleiner dan 3 jaar en/of met een verkrijging- of vervaardigingsprijs lager dan €25.000 niet geactiveerd maar direct ten laste van de programmarekening gebracht.
Vanaf het boekjaar 2013 worden activa, met een verkoop intentie op korte termijn, onder de vlottende activa opgenomen. In de toelichting op de balans wordt de omvang van de actuele waarde vermeld.
Afschrijven
Slijtende investeringen worden vanaf de boekingsperiode direct aansluitend op het moment van ingebruikneming (n+1) lineair of annuïtair afgeschreven gedurende de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit (zowel met economisch als maatschappelijk nut) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de
waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
Vaste activa - Immateriële vaste activa
Algemeen
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid BBV). Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate te worden verantwoord.
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven gedurende de restant looptijd van de betrokken geldlening.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
Bijdragen aan activa van derden worden conform de richtlijnen activeren en afschrijven geactiveerd als ze individueel een bedrag van € 25.000 te boven gaan. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
Vaste activa - Materiële vaste activa met economisch nut
Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, inclusief de direct toe te rekenen salariskosten. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.Overige investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden onder voorwaarden (direct aantoonbare relatie en geen specifieke voorwaarden voor terugbetaling) in mindering gebracht (na ingebruikname object). Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden wordt de bijdrage tot aan ingebruikname gedoteerd aan een voorziening of geboekt als transitorische post.
Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingspijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.
Warme gronden
Conform de notitie grond grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) worden gronden die zijn verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld opgenomen onder de materiële vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV). Dergelijke gronden worden in de regel aangeduid als “warme gronden”. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan.
Gronden die zijn verworven met het oog op concrete ontwikkeling door de gemeente, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld mogen, voor wat betreft de toepassing van artikel 65 lid 1 BBV, worden gewaardeerd tegen de waarde volgens de toekomstige bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De gronden moeten deel uitmaken van een door de gemeenteraad vastgestelde visie of masterplan voor (een) concrete en binnen afzienbare tijd te starten grondexploitatie(s), waarin de gebiedsontwikkeling van totaalplan naar deelgrondexploitaties is vastgelegd;
- De gebiedsontwikkeling mag niet zodanig conflicteren met de uitkomst van de inventarisatie van bedreigingen dat die de ontwikkeling in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of bereikbaarheid;
- De visie/het masterplan mag niet strijdig zijn met beleid van de provincie en/of het rijk;
- Er is een betrokkenheid bij de gebiedsontwikkeling van provincie of rijksoverheid;
- Het mag alleen gaan om gebiedsontwikkeling voor de bouw van woningen en niet voor bedrijfsterreinen;
- Periodiek (minimaal eens in de 2 jaar) worden de gronden getaxeerd tegen de waarde volgens de toekomstige woningbouwbestemming, met inachtneming van de inherente onzekerheid van de ontwikkelmogelijkheden
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven
Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijke afval of andere alsook voor rechten die op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
Wijziging bestemming activa
Van activa waarvan de bestemming wijzigt (bijvoorbeeld door verkoop) wordt conform artikel 63, lid 5 – BBV de actuele waarde van de nieuwe bestemming toegelicht (verkoop- of taxatiewaarde). Wanneer de duurzame gebruiksintentie eindigt (door verkoopvoornemen), dan wordt het object onder de vlottende activa (voorraden) gerubriceerd. Is de actuele waarde lager dan de boekwaarde, dan vindt afwaardering plaats.
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2019 worden gedaan.
Door de invoering van de nieuwe systematiek blijven verschillen bestaan in de wijze waarop mag worden afgeschreven op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die vóór het begrotingsjaar 2017 zijn gedaan. Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek is in het verloopoverzicht in de toelichting op de balans aangeven welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.
In erfpacht uitgegeven gronden.
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs; dit is de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen voor voortdurende contracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vervallen naar rato van afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat.
Vaste activa - Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn – tenzij hierna anders is vermeld - opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Grond- en hulpstoffen en overige voorraden
Grond- en hulpstoffen en overige voorraden zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is inzake de algemene private debiteuren bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode). De voorziening voor de belasting debiteuren en de voorziening voor de debiteuren sociale zaken zijn daarentegen dynamisch bepaald in verband met het grote aantal kleine vorderingen.
Onderhanden werk, gronden in exploitatie
De als onderhanden werk opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel.
Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid en dient er winst te worden genomen:
- Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
- De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
- De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Indien er sprake is van winst, wordt deze berekend op basis van de eindwaarde van het project, conform de notitie “grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019)” van de commissie BBV. Als de berekening van de tussentijdse winstneming volgens de percentage of completion methode ertoe leidt dat in eerdere jaren te veel winst is genomen, dan neemt de gemeente de eerder te veel genomen winst terug. Subsidiebaten en de daarbij behorende subsidiabele kosten bij grondexploitaties maken geen onderdeel uit van de tussentijdse winstneming en worden verantwoord op het moment dat de subsidie volgens de subsidievoorwaarden is gerealiseerd.
Ten aanzien van de waardering van de grondexploitatie bestaat een schattingsonzekerheid. Hoewel de op dit moment meest waarschijnlijke inschatting is opgenomen in de jaarrekening, kan de realisatie in de toekomst afwijken van deze schatting. Deze schattingsonzekerheid ontstaat door de aard, omvang en de lange looptijd van met name project bedrijvenpark A1, Steenbrugge, Tuinen van Zandweerd en Eikendal.
Gereed product
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is inzake de algemene private debiteuren bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode). De voorziening voor de belasting debiteuren is daarentegen dynamisch bepaald in verband met het grote aantal kleine vorderingen.
Liquide middelen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Overlopende posten
De overlopende activa maken onderdeel uit van de vlottende activa (artikel 37 – BBV). Onder de overlopende activa vallen de vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen bedragen.
Vooruitbetaalde kosten zijn kosten die reeds zijn betaald, maar waarvan de prestatie (nut) na de balansdatum valt.
Nog te ontvangen bedragen betreft nog te factureren geleverde prestaties. De grondslag voor de ‘vordering’ is voor de balansdatum ontstaan.
Overlopende activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (artikel 63 – BBV).
Vaste passiva
Reserves
In de, in 2018 door de raad, vastgestelde geactualiseerde beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het kaderstellend beleid voor de reserves weergegeven.
Conform artikel 19 – BBV bevat de toelichting op het overzicht van baten en lasten een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Voorzieningen
In de, in 2018 door de raad, vastgesteld geactualiseerde beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het kaderstellend beleid voor voorzieningen weergegeven.
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.
In geval van achterstallig onderhoud, waarbij sprake is van kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties, wordt er op basis van artikel 44 lid 1a BBV een voorziening gevormd.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de gerealiseerde aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Verplichting voortvloeiend uit leasing
De waardering van de verplichting uit hoofde van de financial leasing van de vervoermiddelen vindt plaats tegen de contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen.
Incidentele baten en lasten
Conform artikel 28 – BBV is in de toelichting op de programmarekening een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma. Daarin worden per programma de belangrijkste posten (> € 100.000) afzonderlijk gespecificeerd.
Nog te bepalen en te bestemmen resultaat
De basis voor de jaarrekening ligt in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting. In de jaarrekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, wat werkelijk is gebeurd ten opzichte van de door de raad vastgelegde voornemens in de begroting, inclusief later daarin aangebrachte wijzigingen. Door middel van de voorgeschreven analyse tussen de rekening- en begrotingscijfers wordt inzicht verstrekt in de - eventueel - ontstane verschillen. Conform de programmabegroting mogen in de diverse programma’s geen stortingen en onttrekkingen met betrekking tot de reserves worden opgenomen. Deze mutaties worden gepresenteerd in het overzicht werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Nadat het resultaat van de rekening (inclusief exploitatiemutaties in reserves) is bepaald, wordt dit afzonderlijk op de balans vermeld en in de jaarrekening vastgelegd. Na vaststelling van de jaarrekening neemt de gemeenteraad vervolgens een besluit over de bestemming van het resultaat.
Vlottende passiva
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Overlopende passiva
Overlopende passiva zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen (met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume (artikel 49, lid 1 – BBV)). Een essentieel kenmerk is dat voor de gemeente een verplichting bestaat. Een verplichting is een plicht of verantwoordelijkheid tegenover een derde om op een bepaalde manier te handelen of te presteren (dit kan voortkomen uit een overeenkomst maar ook uit, door een derde reeds geleverde prestatie waarvoor nog geen betaling heeft plaatsgevonden). Verplichtingen kunnen rechtens afdwingbaar zijn als gevolg van een bindende overeenkomst of wettelijke vereiste.
Vanaf 01-01-2008 worden van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren onder de overlopende passiva opgenomen (artikel 49, onderdeel b– BBV).
Indien op basis van de voorwaarden van de specifieke doeluitkering het niet bestede bedrag moet worden terugbetaald, dan is dit terug te betalen voorschotbedrag verantwoord onder de netto vlottende schulden (artikel 48, onderdeel d – BBV en vraag 2 van deel 15 – vragen en antwoordenrubriek).
Overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde (artikel 63 lid 7 – BBV).