De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen.
Het uitgangspunt voor de overige belastingen en rechten was een stijging in 2019 met 2,50% ten opzichte van 2018.
Het aanpassen van de tarieven is bepaald als gemiddelde van de prijs- (+1,8%) en loonaanpassing (+3,15%).
Uitzondering hierop waren de tarieven voor parkeren, afvalstoffenheffing, rioolheffing en bouwleges.
De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:
- belastingen
- rechten.
Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.
Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen.
Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.
Meer informatie
Belastingen
Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De trendmatige stijging van de onroerende en roerende zaakbelastingen bedraagt op basis van eerdere besluiten in 2019 3%. Uitgangspunt is dat de gemiddelde waarde schommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven (exclusief groei van het bestand).
Rechten
Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct. De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief.
Binnen strikte regels mag de meeropbrengst van de ene heffing echter worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn. Dit is niet toegestaan als het gaat om de afvalstoffenheffing of de rioolheffing.
Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.
Ook voor de begraafplaatsen geldt dat de inkomsten de kosten niet geheel dekken. Voor overige leges geldt dat deze niet kostendekkendheid zijn. Weliswaar zijn er onderlinge verschillen in kostendekkendheid tussen de verschillende producten uit de legesverordening, maar bezien over de hele legesverordening is sprake van minder opbrengsten dan kosten.
Kwijtschelding
Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk.
Kwijtschelding is onder andere mogelijk voor hondenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing.
In 2019 is er voor €1.453.683 aan belastinggelden kwijtgescholden. Het gaat hierbij met name om afvalstoffen- en rioolheffing.
Per saldo een stijging van 2,4% ten opzichte van 2018.
(bedragen x €1) | ||||
Belasting/heffing | Kwijtschelding 2018 | Kwijtschelding 2019 | Verschil | Verschil in % |
Belastingen OZB | 9.519 | 7.016 | -2.503 | -26,30% |
Hondenbelasting | 12.445 | 12.939 | 494 | 3,97% |
Afvalstoffenheffing | 780.673 | 806.599 | 25.926 | 3,32% |
Rioolrecht | 616.406 | 627.129 | 10.723 | 1,74% |
Totaal | 1.419.044 | 1.453.683 | 34.639 | 2,44% |
Woonlasten
De tariefaanpassingen 2019 leiden voor wat betreft de belangrijkste tarieven tot het volgende beeld (uitgegaan is van een WOZ-waarde van €206.000. (Bron Waarderingskamer, jaar 2019. Peildatum 1-1-2018).
(bedragen x €1) | |
Belasting/heffing | Tarief/bedrag 2019 |
Afvalstoffenheffing ¹) | 219,06 |
Rioolheffing huishoudens | 172,20 |
Woonlasten gebruiker (sub-totaal) | 391,26 |
OZB/RZB woningeigenaar | 301,79 |
Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal) | 693,05 |
¹)De afvalstoffenheffing is gebaseerd op het modeltarief voor de gemiddelde aanslag (6 aanbiedingen in 2019 en een 140 liter container voor de rest-fractie).
Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Hieronder treft u de specificatie van de verschillende onderdelen aan.
Meer informatie
Overzicht geraamde en werkelijke opbrengsten
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Tarief 2019 | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil in % |
Onroerende zaakbelasting | Woningen: | 26.110.185 | 26.093.253 | -0,06% |
Eigenaren 0,1546% | ||||
Niet woningen: | ||||
Gebruikers: 0,3270% | ||||
Eigenaren: 0,4144% | ||||
Roerende zaakbelasting | Tarieven conform onroerende zaakbelasting | 9.270 | 8.357 | -9,85% |
Hondenbelasting | €47,04 per hond | 308.577 | 303.301 | -1,71% |
Parkeerbelastingen inclusief naheffingen en Mulder-feiten | Diverse tarieven | 4.739.960 | 4.909.603 | 3,58% |
Precario inclusief marktgelden | Diverse tarieven | 512.963 | 449.692 | -12,33% |
Toeristenbelasting | Diverse tarieven | 129.654 | 190.446 | 46,89% |
Onroerende- en roerende zaakbelasting
De OZB- en RZB-tarieven in 2018 hebben de volgende percentages van de WOZ waarde | Woningen | Niet-woningen |
Gebruikerstarief | nvt | 0,3187% |
Eigenarentarief | 0,1465% | 0,4018% |
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
OZB-opbrengst | 26.110.185 | 26.093.254 | -16.931 | -0,06% |
(bedragen x €1) | |||
Belasting | Begroot | Werkelijk 2019 | Resultaat |
OZB eigendom woning | 14.123.396 | 13.966.485 | -156.911 |
OZB eigendom cnw | 6.935.331 | 7.266.594 | 331.263 |
OZB gebruik cnw | 5.051.458 | 4.924.246 | -127.212 |
Totaal | 26.110.185 | 26.157.325 | 47.140 |
(bedragen x €1) | |||
Belasting | Begroot | Incl.correctie oude jaren | Resultaat |
OZB eigendom | 14.123.396 | 13.964.917 | -158.479 |
OZB eigendom cnw | 6.935.331 | 7.232.843 | 297.512 |
OZB gebruik cnw | 5.051.458 | 4.895.493 | -155.965 |
Totaal | 26.110.185 | 26.093.253 | -16.932 |
Roerende zaakbelasting
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
RZB-opbrengst | 9.539 | 8.362 | -1.177 | -12,34% |
De roerende zaakbelasting wordt vooral geheven van woonwagens en woonboten. Het tarief is gelijk aan het tarief van de OZB. De werkelijke opbrengst is iets lager dan begroot. De waardering van de roerende zaken verloopt via de landelijke taxatiewijzer. Zodoende is de waardering uniform.
Hondenbelasting
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Hondenbelasting | 308.577 | 303.301 | -5.276 | -1,71% |
In 2019 is een opbrengst geraamd van €308.577. Dit is met een werkelijk opbrengst van €303.301 nagenoeg gerealiseerd.
De hondenbelasting maakt onderdeel uit van de kwijtscheldingsregeling, op basis van ervaringen schelden we hiervan jaarlijks circa €13.000 kwijt.
Er is sprake van een bestand van ruim 6.200 honden. De gemeente controleert jaarlijks steekproefsgewijs het hondenbezit. Deze controle tezamen met de publicaties van de voorgenomen controles zorgt ieder jaar weer een kleine uitbreiding van het aantal geregistreerde honden.
Parkeerbelasting
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Parkeerbelasting | 4.739.960 | 4.909.604 | 169.644 | 3,58% |
De heffing van parkeerbelastingen bestaat uit twee onderdelen: de parkeeropbrengsten (vergunningen en betaald parkeren) en de parkeerovertredingen (foutparkeerders). Conform het Meerjarenperspectief Parkeren (vastgesteld september 2014) indexeren wij vanaf 2015 de parkeertarieven met het gemiddelde percentage voor lonen en prijzen.
Precario
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Precario inclusief martktgelden | 512.963 | 449.692 | -63.271 | -12,33% |
waarvan marktgelden | 317.153 | 233.018 | -84.135 | -26,53% |
Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden.
Toeristenbelasting
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Toeristenbelasting | 129.654 | 190.446 | 60.792 | 46,89% |
In de voorjaarsnota 2011 heeft de raad besloten de toeristenbelasting opnieuw te introduceren. De heffing maakt fondsvorming (binnenstad, cultuur, kunstregeling, evenementenbeleid) mogelijk.
De opbouw van de legesverordening is als volgt:
- Titel 1, Algemene dienstverlening
- Titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo);
- Titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.
Bij het opstellen van de legesverordening voor 2019 is de kostendekkendheid van de verschillende titels bepaald:
- Titel 1 van de legesverordening: 58%
- Titel 2 van de legesverordening: 98%
- Titel 3 van de legesverordening: 20%
Meer informatie
Leges
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Leges omgevingsvergunning bouw | 2.941.246 | 3.165.093 | 223.847 | 7,61% |
Met name de aantrekkende woningmarkt heeft er toe geleid dat wij meer omgevingsvergunningen hebben verleend dan aanvankelijk begroot.
(bedragen x €1) | ||||
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Overige leges | 1.682.965 | 1.814.047 | 131.082 | 7,79% |
Er zijn in 2019 meer reisdocumenten en rijbewijzen uitgegeven dan waar aanvankelijk vanuit was gegaan. Hierdoor is de werkelijke opbrengst hoger dan begroot.
Afvalstoffenheffing
(bedragen x €1) | ||||
Heffing | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Afvalstoffenheffing | 10.652.432 | 10.759.192 | 106.760 | 1,00% |
(bedragen x €1) | ||||
Afvalstoffenheffing | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Basisbedrag | 7.208.118 | 7.272.319 | 64.201 | 0,89% |
Rest-fractie | 3.229.314 | 3.286.749 | 57.435 | 1,78% |
Toeslag | 215.000 | 200.124 | -14.876 | -6,92% |
Totaal inclusief afronding | 10.652.432 | 10.759.192 | 106.760 | 1,00% |
Volume container | Rest-fractie | ||
2019 | 2018 | 2017 | |
240 liter | 16,06 | 15,61 | 15,61 |
140 liter | 9,37 | 9,11 | 9,11 |
50 liter | 3,35 | 3,25 | 3,25 |
Uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is 100% dekking van de kosten. Meer of minder opbrengsten worden via de egalisatiereserve afval verrekend met de burger. Het afval wordt in de toenemende mate gezien als waardevolle grondstof. Het gescheiden inzamelen van de verschillende afvalstromen voor hergebruik is vanuit duurzaamheid een noodzaak. Diftar werpt nog steeds zijn vruchten af. We zien dat steeds meer inwoners heel bewust omgaan met hun afval.
Het basisbedrag is voor 2019 vastgesteld op €162,84 per perceel. Rekening houdend met het werkelijk aantal aanbiedingen is in 2019 €10.759.192 ontvangen aan afvalstoffenheffing. Dit is 1,00% hoger dan voorzien. Vast recht wordt betaald door elk huishouden in de gemeente.
Rioolheffing
(bedragen x €1) | ||||
Recht | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Rioolheffing | 8.087.671 | 8.168.636 | 80.965 | 1,00% |
Rioolaansluitingen | 100.000 | 88.373 | -11.627 | -11,63% |
De werkelijke inkomsten uit de rioolheffing zijn in 2019 hoger dan het begrote bedrag. Het aantal nieuwe rioolaansluitingen is in 2019 iets achter gebleven bij de raming.
Havengelden
(bedragen x €1) | ||||
Recht | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Haven- en opslaggelden | 274.828 | 264.819 | -10.009 | -3,64% |
De opbrengsten van de sluispassages waren in 2019 iets lager dan geraamd. Onder andere vanwege de grote investeringen in de haveninfrastructuur en de daaruit voortvloeiende hoge kapitaallasten worden de totale lasten niet volledig gedekt door de baten. De genoemde uitgaven zijn verantwoord onder product 38, Civieltechnische kunstwerken. Opgemerkt wordt dat de liggelden voor woonboten in de opbrengsten zijn opgenomen.
Begraafplaatsen
(bedragen x €1) | ||||
Rechten | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Begraafrechten | 140.823 | 109.661 | -31.162 | -22,13% |
De werkelijke inkomsten zijn lager dan begroot. Er is sprake van een structurele tendens van meer cremeren en minder begraven.