Uitgaven
In 2019 heeft de gemeente €382,5 miljoen uitgegeven aan haar taken, activiteiten en stortingen in de reserves (programma’s 1 tot en met 11). Aan algemene dekkingsmiddelen (programma 12) is ruim €24,0 miljoen uitgegeven. Het gaat hier onder meer om:
- financieringslasten;
- stortingen in gemeentelijke reserves;
- diverse bedrijfsvoeringskosten.
Inkomsten
Zonder inkomsten geen uitgaven. De gemeente heeft verschillende inkomsten. Die komen voor het grootste deel uit de algemene dekkingsmiddelen.
De totale inkomsten bedroegen in 2019:
- €157,8 miljoen via de 11 programma’s;
- €252,8 miljoen aan algemene dekkingsmiddelen. In totaal €410,6 miljoen (inclusief bedragen uit reserves).
Het totaal aan lokale heffingen en onroerendezaakbelastingen bedraagt hiervan €56,9 miljoen.
(bedragen x €1.000) | |||||
Activa | 31-12-2019 | 31-12-2018 | Passiva | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
Vaste activa | Eigen vermogen | ||||
Immateriële vaste activa | 3.401 | 3.852 | Algemene reserve | 18.778 | 17.367 |
Materiële vaste activa | 247.082 | 247.883 | Bestemmingsreserves | 58.306 | 50.141 |
Financiële vaste activa | 59.827 | 59.008 | Resultaat rekening | 4.123 | 6.561 |
Totaal Eigen Vermogen (1) | 81.207 | 74.069 | |||
Voorzieningen (2) | 11.919 | 9.490 | |||
Vaste schulden (3) | 319.207 | 331.337 | |||
Totaal Vaste activa | 310.310 | 310.743 | Totaal Vaste financieringsmiddelen (1+2+3) | 412.333 | 414.896 |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||
Voorraden | 64.304 | 57.530 | Kortlopende schulden | 17.795 | 24.930 |
Vorderingen | 36.802 | 37.365 | Overlopende passiva | 25.024 | 22.797 |
Liquide middelen | 2.480 | 5.885 | |||
Overlopende activa | 41.256 | 51.100 | |||
Totaal Vlottende activa | 144.842 | 151.880 | Totaal Vlottende passiva | 42.819 | 47.727 |
Totaal generaal | 455.152 | 462.623 | Totaal generaal | 455.152 | 462.623 |
Activa
De daling van de activa is met name het gevolg van de afname van de overlopende activa. Dit betreft met name faciliterend grondbeleid bedrijvenpark A1 en Spijkvoorderenk. Daarnaast stijgen de voorraden (boekwaarde grondexploitatie).
Passiva
Het eigen vermogen is gestegen in vergelijking met 2018. Het vreemd vermogen (vaste schulden) is gedaald. Dit komt door het aflossen van geldleningen. De kortlopende schulden zijn afgenomen. Het banksaldo bij de BNG is fors lager dan per ultimo 2018.
De diverse voor- en nadelen in de rekening 2019 zijn deels van structurele aard. Een deel hiervan is al verwerkt in de begroting 2020. Dit geldt niet voor:
- Bijzondere bijstand
Van de voordelen in de rekening gaan we ervan uit dat hiervan €135.000 structureel is. - Algemene uitkering
Op basis van de uitkomsten van de decembercirculaire 2019 is vanaf 2021 een structureel voordeel te ramen van €47.000. Dit loopt naar 2024 toe geleidelijk op naar €134.000. - Sociaal domein (WMO-onderdelen)
Op basis van de rekening 2019 zijn bepaalde voordelen, zoals WMO-dienstverlening en samenkracht structureel. Deze zijn nodig voor het dekken van hogere uitgaven WMO op andere onderdelen en voor het invullen van de taakstelling WMO van structureel €750.000.
Per 1 januari 2019 bedroeg het saldo van de reserves €68 miljoen (exclusief rekeningresultaat). In de jaarrekening 2019 is dit gestegen naar €77 miljoen (exclusief rekeningresultaat). De stand van de reserves op 31 december 2018 en 31 december 2019 kan over de verschillende categorieën als volgt worden verdeeld:
(bedragen x €1.000) | ||
31-12-2018 | 31-12-2019 | |
Reserves met specifiek weerstandsmotief | 15.708 | 14.260 |
Reserves met algemeen weerstandsmotief | 1.660 | 4.517 |
Bestemmingsreserves met bestedingsfunctie | 4.518 | 8.149 |
Bestemmingsreserves met egalisatiefunctie | 24.275 | 29.088 |
Bestemmingsreserves met rentebeslag | 4.725 | 5.107 |
Financieel technische bestemmingsreserves | 16.623 | 15.962 |
Reserves met specifiek weerstandsmotief
De daling van deze reserves is een gevolg van een daling van de risico's grondexploitatie. Het betreft een besluit bij de Voorjaarsnota 2019.
Reserves met algemeen weerstandsmotief
De stijging komt met name door de storting in de reserve voor ontvangen dividend KonnekteD van €3,2 miljoen. Dit bedrag is 2019 ontvangen. Op basis van de besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2019 is hier pas in 2020 rekening mee gehouden. In 2020 wordt het bedrag conform het besluit bij de Voorjaarsnota 2019 uit de reserve geput.
Bestemmingsreserves met bestedingsfunctie
De stijging wordt met name veroorzaakt door de vorming van de reserve Jeugdprojecten met een bedrag van €3,8 miljoen. In de 3e kwartaalrapportage 2019 is hierover het besluit genomen.
Bestemmingsreserve met egalisatiefunctie
Dit betreft met name de storting van €2,9 miljoen in de reserve Beschermd wonen. Dit was het verschil in de begrote uitgaven en inkomsten en de werkelijke. Dit wordt geëgaliseerd via de reserve.
In de bijlagen is een standenregister toegevoegd, waarin de diverse begrote puttingen en stortingen in/uit reserves en de werkelijke worden weergegeven. Hierbij is ook vermeld wanneer de raad dit besluit heeft genomen.
In de rekening 2019 zijn de verliesvoorzieningen grondexploitaties in vergelijking met de raming in de begroting 2019 toegenomen met €4,2 miljoen. In totaal bedragen de verliesvoorzieningen dan €49,9 miljoen. Daarentegen zijn de risico's met €2,1 miljoen gedaald. De winstgevende grondexploitaties zijn toegenomen met €1,6 miljoen. Van de winstgevende grondexploitaties is op basis van de BBV-regels voor €1,1 miljoen winst genomen. De boekwaarde van de grondexploitaties per 31-12-2019 (exclusief verliesvoorzieningen) is €117,8 miljoen. Hiervoor is dus een verliesvoorziening opgenomen van €49,9 miljoen. Zie voor een nadere toelichting paragraaf Grondbeleid.
Het renteresultaat voor 2019 bedraagt €0,26 miljoen positief. Dit is het verschil tussen de doorbelaste rente aan activa en de werkelijke rentekosten. Het begrote renteresultaat 2019 bedroeg het resultaat €0,33 miljoen. Dit verschil van €0,07 miljoen wordt met name veroorzaakt door de lagere doorbelaste rente door een aanpassing van de rente grondexploitatie.
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van de ratio tussen beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit minimaal 1 is. In de rekening bedraagt de ratio 1,02.
Vergeleken met de begroting 2020 die in november 2019 is vastgesteld is de omvang van de risico’s €40.000 hoger. Dit wordt veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties, een geringe daling van het risico in het sociaal domein en een nieuw risico te weten lening Mimik.
Het weerstandsvermogen is gestegen met €800.000. Conform de beleidsnota's: risicomanagement en weerstandsvermogen en reserves en voorzieningen wordt het meerdere boven de ratio 1 (€226.000) gestort in de generieke weerstandsreserve.
Per 1 januari 2016 is de wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht (wet Vpb) overheidsondernemingen in werking getreden. De gemeente Deventer is in 2014 gestart met een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van deze wet. Het onderzoek is gebaseerd op de activiteiten en cijfers van 2015 en 2016. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een tweetal rapportages;
Implementatietraject Vpb (06-12-2016)
In dit rapport is uitvoerig ingegaan op het proces van wetsonderzoek, activiteit inventarisatie en beoordeling en toetsing daarvan aan het wettelijk kader. Op basis van onderzoek naar de feiten en omstandigheden is vervolgens het standpunt ingenomen, dat de gemeente Deventer voor geen enkele activiteit kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).
Vpb en het grondbedrijf (03-02-2017)
In de memo wordt ingegaan op het DNA (profiel) van het grondbedrijf. Vervolgens is op basis van het toepassen van de zogenaamde QuickScan (ontwikkeld door de Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden - SVLO) onderzocht of de gemeente Deventer met haar grondexploitatie activiteiten een onderneming vormt voor de wet Vpb.
Op basis van de uitkomst van het onderzoek naar de activiteiten van het Grondbedrijf en het toepassen van de QuickScan is het standpunt van Deventer dat zij, ook voor haar Grondbedrijf activiteiten, niet kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).
Op de uitkomsten van de onderzoeken is een review gehouden door een extern belastingadviesbureau. Daarbij is onder andere de juiste toepassing van de wet- en regelgeving beoordeeld. Door het betreffende adviesbureau is vervolgens het volgende geconcludeerd voor wat betreft de accountantscontrole jaarrekening 2016;
Onderhavige beoordeling (rapport Beoordeling van de Concept-Rapportage van de Vpb-plicht – Gemeente Deventer) toont richting de accountant aan dat in het proces en de vastlegging van de onderliggende onderbouwing van de eventuele vennootschapsbelastingplicht voldoende ‘checks en balances’ zijn opgenomen.
Het proces van de invoering van de Vpb plicht voor overheidsbedrijven was op het moment van onderzoek nog niet afgerond. Onder andere de VNG, VVG, IPO, Belastingdienst en het Ministerie van Financiën waren nog in overleg over belangrijke details in de uitvoering. Op dit moment (eind 2019) heeft de Belastingdienst zich slechts beperkt uitgelaten over de onduidelijkheden bij de inventarisatie van de Vpb-plicht van gemeenten in het algemeen en de gemeentelijke grondbedrijven in het bijzonder. Er bestaan derhalve nog een aantal risico’s en onduidelijkheden, waarover wellicht in de komende periode meer duidelijkheid gaat bestaan.
Stand van zaken ultimo boekjaar 2019
Aangiften Vpb boekjaar 2016 en 2017
In 2019 heeft de gemeente Deventer op uitnodiging van de belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting gedaan voor de jaren 2016 en 2017. Dit betroffen twee zogenaamde ‘nihil’ aangiften. De gemeente Deventer stelt zich op het standpunt dat zij voor haar gehele organisatie niet belastingplichtig is volgens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
De belastingdienst heeft, op basis van de aangifte 2016, een brief (dd. 19-12-2019) gestuurd met vragen over de activiteit reclame. Deze zijn door de gemeente Deventer beantwoord. De belastingdienst heeft laten weten dat zij op basis van de antwoorden en aanvullende informatie begin 2020 met nieuwe vragen komt. De gemeente Deventer is in afwachting van deze vragen.
Onder Vpb en reclame wordt nader ingegaan op de activiteit reclame.
Vpb en Grondbedrijf
In 2019 is op basis van een geactualiseerde MPG opnieuw het vierkantsmodel (gebaseerd op de QuickScan en Post-QuickScan) van ons fiscaal adviesbureau doorgerekend en hebben we geconstateerd dat het Grondbedrijf van de gemeente Deventer (nog) niet door de ondernemingspoort gaat. Dit betekent dat de gemeente Deventer voor haar Grondbedrijf activiteiten (nog) niet vennootschapsbelastingplichtig is.
Vpb en reclame
Veel gemeenten hebben met reclame exploitanten contracten afgesloten op basis waarvan de gemeente delen van de publieke ruimte (grond, lichtmasten, abri’s, billboards, rotondes, etc) tegen vergoeding exclusief ter beschikking stelt aan de exploitant. Op dit moment hebben diverse gemeenten met de belastingdienst een discussie lopen over de vraag of de gemeente vennootschapsbelastingplichtig is voor de resultaten die met deze activiteiten worden behaald. Dit geldt ook voor de gemeente Deventer.
Ten behoeve van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2016 is door de gemeente Deventer beoordeeld of de activiteit ‘reclame in de openbare ruimte’ belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Uit onze analyse blijkt dat deze activiteit als normaal vermogensbeheer kwalificeert en dat geen sprake is van een ‘duurzame organisatie van kapitaal en arbeid’. Gelet hierop is de activiteit niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en derhalve niet opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting 2016 (en 2017). De gemeente Deventer heeft over het niet belastingplichtig zijn voor haar reclameactiviteiten een pleitbaar standpunt ingenomen. Echter of dit pleitbaar standpunt overeind blijft, hangt af van de reactie van de belastingdienst in combinatie met de landelijke ontwikkeling. Er zullen hoogstwaarschijnlijk gerechtelijke procedures volgen om de wet op dit gebied te verduidelijken. Dit vormt een onzekerheid voor de gemeente Deventer.