Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen = €16.826.000 / €16.600.000 = 1,02.
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €16.826.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee hoger dan de capaciteit opgenomen in de meerjarenbegroting 2020-2023.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €16.600.000. Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2020-2023 is dit een fractie €40.000 hoger. Dit wordt veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid), een geringe daling van het risico in het sociaal domein (zie programma Meedoen) en een nieuw risico in het programma cultuur en economie (lening Mimik).
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor onverwachte financiële tegenvallers. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) fractioneel is toegenomen bij een stijgende buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio aanzienlijk verbeterd (ratio was 0,97).
Relevante aspecten
- 57 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 17 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,02. In de meerjarenbegroting 2020-2023 was de uitkomst 0,97. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.
De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen.
Ondanks de economische groei zijn er voor gemeente Deventer voldoende onzekerheden (o.a. gevolgen van rijksbeleid en de economische ontwikkelingen) die het noodzakelijk maken om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen.
In de voorjaarsnota 2020 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
.
Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en generiek weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en politieke- en bestuurlijke besluitvorming. Voorbeelden daarvan zijn de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende heroverwegingen. Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar in het kader van de planning & control cyclus de ratio weerstandsvermogen bepaald.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke reserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Meer informatie
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000) | |||
Element | Onderdeel | Waarde 2019 | Begroting 2020 |
Specifieke weerstandsreserve | 14.801 | 14.263 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 225 | 231 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 650 | 650 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 1.150 | 850 | |
Onbenutte investeringsruimte | - | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | - | |
Stille reserves | p.m. | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 2019 | 16.826 | 15.994 |
Specifieke weerstandsreserve
Ten opzichte van de vorige weerstandsparagraaf (meerjarenbegroting 2020-2023) is het saldo van de specifieke weerstandsreserve toegenomen met circa €0,54 miljoen.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten onvoorzien, de stelpost autonome ontwikkelingen en de stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds).
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf Grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm die Deventer berekent.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.
Meer informatie
Risicokaart
Er zijn 45 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Zeventien risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
De aard van de risico’s worden weergegeven in een risicokaart. Hoe roder de kleur, hoe hoger de prioriteit voor de aanpak van het risico.
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen:
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma |
Bedrijvenpark A1 | |||||
Lasten: kans op extra exploitatiekosten door versnipperd eigendom | 50% | 1.400.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.400.000 | |||||
Sluiskwartier | |||||
Lasten: kans op lagere opbrengst a.g.v. bijzondere setting nieuwbouw Sluiskwartier | 50% | 500.000 | 3-3 | 9 | 6 |
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. herziening Sluiskwartier | 50% | 500.000 | 3-3 | 9 | 6 |
Lasten: kans op lagere opbrengst verkoop woningen | 50% | 680.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.680.000 | |||||
Steenbrugge | |||||
Lasten: kans op afname financieel resultaat Steenbrugge | 40% | 2.800.000 | 3-4 | 12 | 6 |
2.800.000 | |||||
Salonboten | |||||
Lasten: kans op schadeclaim Rederij Eureka agv verplaatsing aanleg salonboten | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 | 3 |
825.000 | |||||
Leisurestrip Holterweg | |||||
Lasten: kans op negatief effect door lagere grondprijzen De Scheg | 30% | 710.000 | 3-3 | 9 | 6 |
710.000 | |||||
Bergweide/Havenkwartier | |||||
Lasten: kans op onvoldoende middelen grex voor realiseren parkeervoorzieningen | 35% | 850.000 | 3-3 | 9 | 6 |
Lasten: kans op negatief financieel effect - Kop Havenkwartier | 47% | 750.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.600.000 | |||||
Poort van Deventer | |||||
Lasten: kans op negatief financieel effect niet doorgaan DOIC - Poort van Deventer | 20% | 4.000.000 | 2-5 | 10 | 6 |
4.000.000 | |||||
BUIG | |||||
Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget Deventer ontvangt | 35% | 3.800.000 | 2-5 | 10 | 7 |
3.800.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | |||||
Lasten: kans op hogere uitgaven Sociaal Domein | 70% | 1.000.000 | 4-3 | 12 | 8 |
Lasten: kans op hogere uitgaven a.g.v. aanbesteding routegebonden vervoer | 70% | 500.000 | 4-3 | 12 | 8 |
Lasten: kans op hogere uitgaven hulpmiddelen | 75% | 1.300.000 | 4-3 | 12 | 8 |
2.800.000 | |||||
Meedoen | |||||
Lasten: kans op extra kosten omdat tarieven dagbesteding niet toereikend zijn | 50% | 800.000 | 3-3 | 9 | 8 |
800.000 | |||||
Mimik | |||||
Lasten: kans dat rente- en aflossing van lening niet wordt gerealiseerd | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | 10 |
600.000 | |||||
Omgevingswet | |||||
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. implementatie Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | 5 |
1.350.000 |
Geringe stijging risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is gestegen met circa €1,3 miljoen ten opzichte van de voorjaarsnota 2019. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van risico’s in de grondexploitaties (circa +€1,0 miljoen), een geringe afname van het risico sociaal domein (circa -/-€300.000) en een nieuw risico in het programma cultuur en economie (lening Mimik +€600.000).
De mutaties voor de grondexploitaties worden toegelicht onder programma Herstructurering en vastgoed in deze rapportage. De mutatie in het sociaal domein staat toegelicht onder programma Meedoen.
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa €25,9 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).
Voor 2020 is de minimumnorm als volgt bepaald:
(bedragen x €1 miljoen) | ||
Bedragen begroting 2019 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkering (gemeentefonds)* | 157 | 3,1 |
Verwachte OZB capaciteit 2020** | 27 | 0,6 |
Saldo | 184 | 3,7 |
*)exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB | ||
**)begroting 2020-2023 zie paragraaf lokale heffingen |
Simulatiemodel
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de cumulatieve uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €12,9 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is met €0,04 miljoen gedaald ten opzichte van de meerjarenbegroting 2020-2023.
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
€14.801.000 + €225.000 + €650.000 + €1.150.000 = €16.826.000
Benodigde weerstandscapaciteit:
€12.900.000 + €3.700.000 = €16.600.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
€16.826.000 / €16.600.000 = 1,02
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Om tot een score van 1,00 te komen wordt €226.000 toegevoegd vanuit de specifieke weerstandsreserve aan de generieke weerstandsreserve. Deze toevoeging vindt plaats in de voorjaarsnota 2020.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd.
Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar. De omvang van de generieke weerstandsreserve is €6,9 miljoen per 01-01-2020, die naar verwachting oploopt tot een bedrag van eenmalig €9,3 miljoen in 2024. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2018 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering. Uitzondering op deze constatering is de financiële situatie van de NV Deventer Schouwburg. De continuïteit van deze NV is afhankelijk van nog te nemen gemeentelijke besluitvorming over een nog actualiseren verzoek van de schouwburg voor subsidie over 2019, voor 2020 en 2021 en aanvulling van het weerstandsvermogen. Daarnaast is definitieve gemeentelijke besluitvorming over het verstrekken van gemeenteleningen voor vervangingsinvesteringen aan de schouwburg nodig. Voorwaarde daarvoor is een sluitende meerjarige begroting van de schouwburg. Nadat in november 2019 het eindrapport Ebben over de schouwburg is afgerond, is aan de interim-directeur van de schouwburg verzocht te onderzoeken in welke mate de eerder aangeleverde financiële documenten aanpassing behoeven en of daarmee ook de subsidieverzoeken gewijzigd moeten worden ingediend.
De interim directeur van de Deventer Schouwburg heeft begin maart een verkenning aangeboden waarin een pakket aan maatregelen is gepresenteerd die erop gericht is het huidige inhoudelijke programma te continueren, binnen de financiële en inhoudelijke kaders zoals vastgesteld in de cultuurvisie. Voor de nadere uitwerking van dit plan is inmiddels een projectleider aangetrokken.
Het college neemt t.z.t. vernieuwde subsidie aanvragen in behandeling en legt daarover voorstellen aan de gemeenteraad voor. Voorshands is op basis van de eerdere aanvraag van mei 2019 in de stand van de generieke weerstandsreserve alvast rekening gehouden met het verstrekken van eenmalige subsidie.
Zie voor nadere informatie de paragraaf verbonden partijen en raadmededeling van 22-5-2019.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2019.
(bedragen x €1) | |||
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | 13.637.564 | 1.565.915 | |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 20.255.500 | 16.923.780 | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | - | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vitens NV | - | 247.618 | |
Dataland BV | 246 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 52 | - | - |
Publiek Belang Electriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
Verkoop Vennootschap BV | 52 | - | - |
CBL Vennootschap | 52 | - | - |
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 23.385.412 | 30.808.962 | 1.565.915 |
In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Op basis van een wetswijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) publiceert Deventer vanaf begrotingsjaar 2015 de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente.
De kengetallen zijn gebaseerd op de balans en exploitatierekening 2019. Hieronder worden de uitkomsten van de berekening van de kengetallen gepresenteerd. Vervolgens volgt een beknopte beoordeling van de uitkomsten in relatie tot de financiële positie.
Kengetallen | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 | Jaarrekening 2019 |
Netto schuldquote | 78 | 94 | 76 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 67 | 83 | 66 |
Solvabilitietsratio | 16 | 14 | 18 |
Structurele exploitatieruimte | 1,8 | 0,2 | 1,9 |
Grondexploitatie | 13 | 15 | 15 |
Belastingcapaciteit | 95 | 94 | 93 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft dan een zeer hoge schuldpositie en zal er goed aan doen om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden. Deventer zit in 2019 ruim onder de 100. Vergeleken met de rekening 2018 is het kengetal licht gedaald en vergeleken met de begroting 2019 is het fors gedaald. De hoofdreden hiervan is dat met name totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.
Oordeel niet te snel
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden
Netto schuldquote =Netto schuld (excl. leningen aan derden) : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)
De rentelasten en aflossingen van de door verstrekte leningen drukken niet op de exploitatie. Wanneer deze correctie voor Deventer wordt toegepast verbeterd de uitkomst van dit kengetal en is gunstig voor de financiële positie. Vergeleken met de rekening 2018 is het kengetal licht gedaald Vergeleken met de begroting 2019 is het kengetal relatief fors gedaald. De hoofdreden hiervan is, dat met name de totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal is de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft een indicatie van de financiële weerbaarheid. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor welke uitkomsten wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit. De uitkomst in 2019 is 18 en iets hoger dan die van de solvabiliteitsratio van rekening 2018, die was namelijk 16. Vergeleken met de begroting 2018 is het kengetal gestegen van 14 naar 18. De reden hiervan is een stijging van het Eigen Vermogen.
Structurele exploitatieruimte
Dit Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten.
Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer. Deze verbetering van de uitkomst van het kengetal heeft geen effect op het genoemde kengetal in de begroting 2020.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen aantrekt om daarmee grond te kopen vergroot dit de schuldpositie. Van belang is om te weten of de schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten).
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
Bij de berekening is uitgegaan van de totale omvang grondexploitatie. Dit zijn de actieve grondexploitatiecomplexen (excl. de facilitaire complexe). De boekwaarde van de facilitaire complexen vallen BBV-technisch (notitie faciliterend grondbeleid) onder de overlopende activa. Vergeleken met de rekening 2018 is het kengetal iets gestegen, maar vergeleken met de begroting is het gelijk gebleven.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Vergeleken met de rekening 2018 is het percentage licht gestegen.
Conclusie
De diverse kengetallen met betrekking tot de schuldpositie laten een positieve ontwikkeling zien en geven dus geen aanleiding om het financieel beleid aan te passen.