In de begroting van 2019 kwamen de beleidsvoornemens aan bod. Hoe is dat beleid vervolgens uitgevoerd? En met welke financiële consequenties? Daarop geeft de paragraaf Financiering antwoord. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de voornemens en uitvoering van het beleid, zijn de opzet en inhoud van deze paragraaf in de begroting en het jaarverslag identiek.
Belangrijkste ontwikkelingen
- Er zijn geen kortlopende leningen afgesloten;
- Er zijn geen langlopende geldleningen aangetrokken. In 2019 zijn de langlopende geldleningen afgelost met €12,1 miljoen;
- Er is een lange termijn lening verstrekt van €0,3 miljoen met een rente percentage van 4,0%;
- Er heeft een renteherziening plaatsgevonden van een bestaande langlopende lening voor de resterende looptijd van 15 jaar. De rente was 3,97% en is omgezet naar -0,02%.
Belangrijkste conclusies
- Het werkelijk renteresultaat is afgerond €70.000 lager dan het begrote renteresultaat;
- De kasgeldlimiet is in heel 2019 niet overschreden;
- We hebben ruimschoots voldaan aan de renterisiconorm;
- De rente grondexploitatie was begroot op 2,40%; de werkelijke rente grond exploitatie heeft bedragen 2,24%;
- De geraamde omslagrente van 2,5% is op rekeningbasis ook toegepast omdat de werkelijke rentelasten die aan de taakvelden hadden moeten worden doorbelast fors binnen de afwijkingsnorm liggen van de toegerekende rentelasten aan de activa. Een verplichte correctie geldt bij een afwijking van meer dan 25%;
- Er was een onderschrijding van het EMU saldo. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat tegenover hoge investeringen een fors hogere post verkoopopbrengsten uit verkoop van grond staat en er sprake is van lagere uitgaven inzake grondaankopen en bouw- en woonrijp maken.
Het beheersen van financiële risico’s is een belangrijke opgave voor de gemeente. Daarom is de gemeente wettelijk verplicht een financieel statuut (treasurystatuut) te hebben. Dit is een regeling voor het sturen en beheersen van geldstromen, met alle risico’s die hieraan verbonden zijn. De gemeente controleert haar financiën nauwlettend en legt daarover verantwoording af. Ook dit is een wettelijke verplichting. Die verantwoording komt onder meer terug in de begroting en de jaarrekening.
Het treasurystatuut is in de tweede helft van 2016 geactualiseerd en werd in 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. Belangrijke punten uit het statuut:
- Het beleid van de gemeente is erop gericht dat er altijd voldoende financiële middelen beschikbaar zijn;
- Het aangaan en het verstrekken van leningen is alleen toegestaan als het geld wordt ingezet voor de publieke taak van de gemeente. Aan de leningen liggen verstandige besluiten ten grondslag. De leningen zijn niet gericht op het genereren van winst door het nemen van overmatige risico’s;
- Uitzettingen (beleggingen) vinden alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen of financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een AA-rating. De ratings worden afgegeven door een rating agency;
- Bij het aantrekken / uitzetten van financiën wordt een offerte gevraagd bij ten minste 2 financiële instellingen.
Interne ontwikkelingen
Rentebeleid
Het beleid van gemeente is gericht op het aantrekken van nieuwe leningen met een totale gemiddelde looptijd van 10 jaar. Verder willen we optimaal gebruiken van de kasgeldlimiet van €29 miljoen. Dat zijn de hoofdlijnen van het financieringsbeleid van de gemeente die in 2014 door de raad zijn vastgesteld in de rentenotitie.
Het beleid wordt de komende jaren voortgezet, rekening houdend met de financieringsbehoefte en rentevisie.
Externe ontwikkelingen
Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF)
Europese eisen en afspraken voor het terugdringen van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de wet HOF. Voor de collectieve sector als geheel mag het structurele tekort maximaal 0,5% zijn van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Dit heet het EMU saldo. De overheidsschuld mag niet hoger zijn dan 60% BBP. Omdat lagere overheden bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetsvoorstel dat ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De wet HOF is in december 2013 aangenomen.
In 2015 is er een wetswijziging vastgesteld. Het aanvankelijke sanctiemechanisme is vervangen door een correctiemechanisme. Dit laatste mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk.
Schatkistbankieren
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo uitkomen, moet stallen bij het Rijk. Voor de gemeente Deventer geldt dat het saldo vanaf €2,2 miljoen automatisch wordt afgeroomd. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De hoofdreden van deze verplichting is om het EMU saldo op Rijksniveau terug te dringen. Een bijkomende reden is dat gemeenten (en andere lagere overheden) op deze wijze geen risico’s lopen op hun uitgezette gelden.
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt voor 2019 € 2.577.090 en moet per kwartaal worden geplaatst tegenover het gemiddeld op dag basis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen worden geplaatst. Dus tegenover het gemiddelde van alle gemeentelijke bankrekeningen.
Het drempelbedrag met betrekking tot schatkistbankieren is in het 1ste, 2de en 4de kwartaal overschreden. Hier staan overigens geen sancties tegenover. De overschrijding kent een 3-tal oorzaken.
- De gemeente Deventer beheert de bankrekening BNG Belastingen DOWR. Hierop worden alle belastingopbrengsten van de 3 gemeenten verantwoord. Het aandeel belastingopbrengsten hierin is op jaarbasis 67%. De overschrijding van het drempelbedrag exclusief het aandeel Raalte en Olst/Wijhe (in totaal 33%) geeft het volgende resultaat:
| ||||
1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal | |
Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist gehouden middelen | 4.043 | 3.882 | 2.049 | 2.820 |
Drempelbedrag | 2.577 | 2.577 | 2.577 | 2.577 |
Totaal | -1.466 | -1.305 | 528 | -242 |
- De DOWR FA heeft in 2019 periodiek voorschotten (38 in totaal) overgemaakt aan alle 3 gemeenten inzake deze belasting opbrengsten inclusief een afrekening 2018 die is betaald in januari 2019. Dit heeft in totaal bedragen ruim €69,7 miljoen. Het gemiddelde banksaldo heeft desalniettemin over 2019 €1,1 miljoen bedragen. Teneinde nog beter te kunnen voldoen aan de normen rondom schatkistbankieren is het zaak nog frequenter de voorschotten te betalen aan de 3 gemeenten op de hoofdrekening van de BNG die gekoppeld is aan schatkistbankieren (afroming). Naar aanleiding van de analyse schatkistbankieren 2018 is in 2019 het besluit genomen om de bevoorschotting al te verhogen van 24 naar 38 keer per jaar; de frequentie moet nog verder worden bijgesteld alsook de hoogte van het voorschotbedrag.
- Op 1 bankrekening van de Budget Advies Dienst heeft in 2019 een gemiddeld saldo gestaan van €1,2 miljoen. In 2018 heeft het gemiddelde saldo van deze rekening €1,2 miljoen bedragen; naar aanleiding van de analyse in 2019 is afgesproken dat er periodiek afroming moet plaatsvinden naar de BNG hoofdrekening. De Budget Advies Dienst heeft dat vanaf het derde kwartaal gedaan, maar afgesproken is dat het periodiek en consequent dient te gebeuren.
Aan de hand van deze acties, genoemd onder punt 2 en 3, is de verwachting voor 2020 dat alle kwartalen binnen de limiet van schatkistbankieren zal worden gewerkt.
Financieringsbeleid gemeente Deventer
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. In 2019 bedroeg de omslagrente 2,5%. De rente grondexploitatie werd voor 2019 geraamd op 2,4%. Het werkelijk rente percentage grondbedrijf 2019 is bepaald op 2,24%.
De renteomslag is berekend op de wijze zoals beschreven in de notitie Rente 2017 die vanaf het begrotingsjaar 2018 verplicht is en de rente grondexploitatie is berekend conform notitie grondexploitatie 2016. Beide notities zijn kaders volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Deze percentages worden in beginsel zowel in de begroting als in de jaarrekening gebruikt tenzij er sprake is van een relatief forse afwijking. Indien namelijk de werkelijke rentelasten over een jaar die aan de taakvelden hadden moeten worden doorbelast meer dan 25% afwijken van de rentelasten die op basis van de voor gecalculeerde renteomslag zijn doorbelast, dan is de gemeente verplicht gesteld dit te corrigeren. Binnen een afwijking van 25% of minder dan kan de gemeente besluiten tot correctie. De afwijking bedraagt voor het boekjaar 2019 minder dan 2% en is er derhalve gerekend met het geraamde omslagrente percentage van 2,5%. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de egalisatiereserverente.
Het renteresultaat voor 2019, of het verschil tussen de doorbelaste rente aan activa en de werkelijke rentekosten, bedraagt € 0,07 miljoen negatief. Aanvankelijk was in de begroting rekening gehouden met een positief renteresultaat van € 0,49 miljoen. In de tweede kwartaalrapportage is dit bijgesteld naar € 0,27 miljoen en in de derde kwartaalrapportage naar € 0,33 miljoen.
Het werkelijke renteresultaat is €0,07 miljoen lager dan bij de bijgestelde begroting is aangegeven. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door lagere renteopbrengsten inzake de post “doorberekening aan vaste activa in verband met kapitaalbeslag”.
(bedragen x €1 miljoen) | |||
Opstelling rentelasten | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Verschil |
Rentelasten: | |||
Rente korte financieringsmiddelen | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Rente langlopende geldleningen | 8,85 | 8,87 | -0,02 |
Rente eigen financieringsmiddelen | 0,53 | 0,53 | 0,00 |
Rentebijdrage exploitatie | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Cw wethouderspensioen | 0,14 | 0,14 | 0,00 |
Cw verliesvoorziening grondbedrijf | 0,90 | 0,90 | 0,00 |
Subtotaal | 10,42 | 10,44 | -0,02 |
Renteopbrengsten | |||
Doorberekening aan vaste activa in verband met kapitaalbeslag | 10,75 | 10,70 | -0,05 |
Subtotaal | 10,75 | 10,70 | -0,05 |
Renteresultaat | 0,33 | 0,26 | -0,07 |
Rente grondexploitatie
Het werkelijke rentepercentage aan de grondexploitatie van 2,24% is nagenoeg gelijk aan de berekening geraamd rentepercentage grondexploitatie van 2,28%. Veiligheidshalve is dit rentepercentage naar 2,4% afgerond voor de begroting 2019. Het werkelijk rentepercentage wijkt gering af ten opzichte van het geraamde percentage.
(bedragen x €1.000) | ||||
Rente percentage Grondexploitatie | Begroting 2019 | Begroot % 2019 | Werkelijke balanspositie | Werkelijk percentage 2019 |
Rente vaste schulden | 8.868 | 2,680% | 8.852 | 2,670% |
Rente projectfinanciering | 0 | 0,000% | 35 | 2,914% |
Rente kasgeldleningen | 0 | 0,000% | 0 | 0,000% |
VVLT Totale financiering | 331.272 | 331.275 | ||
VVLT Projectfinanciering | 0 | 1.210 | ||
VVLT exclusief projectfinanciering | 331.272 | 330.065 | ||
Gem. rente percentage vaste schulden excl. rente projectfinanciering | 2,680% | 2,670% | ||
Gewogen gemiddelde rente percentage | 2,680% | 2,670% | ||
Voorzieningen | 8.366 | 9.490 | ||
Langlopende schulden | 330.061 | 331.275 | ||
Kasgeldleningen (kort) | ||||
Waarborgsommen | 62 | |||
Overige kortlopende schulden | 22.116 | 24.930 | ||
Overige passiva | 18.150 | 22.797 | ||
Vreemd vermogen | 378.693 | 388.554 | ||
Eigen vermogen | 66.536 | 74.069 | ||
Verhouding VV/TV | 0,8506 | 0,8399 | ||
Balans totaal | 445.229 | 462.623 | ||
Rente percentage Grex (=gewogen gemiddelde rente percentage x Vreemd Vermogen / Totaal Vermogen) | 2,280% | 2,240% |
Financieringsstructuur
In de primitieve begroting 2019 werd rekening gehouden met totale rentekosten van €10,51 miljoen. De rentekosten worden via twee methoden toegerekend aan de vaste activa.
- activa waaraan bij aanvang van een investering een overeengekomen rente wordt toegerekend;
- activa die samen de resterende rentelast (omslagrente) dragen.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
Financieringsbehoefte en -bronnen per 1 januari 2018 | Begroting 2018 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
Investeringen in: | ||||
Vaste activa | 298 | 311 | 323 | 311 |
Onderhanden werk grondexploitatie | 77 | 59 | 57 | 63 |
Totale investeringen | 375 | 370 | 380 | 374 |
Gefinancierd met: | ||||
Reserves | 67 | 69 | 60 | 78 |
Nog te bestemmen resultaat | 6 | 4 | ||
Voorzieningen | 9 | 9 | 8 | 12 |
Langlopende financiering | 302 | 331 | 320 | 319 |
Totaal financiering | 378 | 415 | 388 | 413 |
Financieringstekort (-) overschot (+) | 3 | 45 | 8 | 39 |
Ultimo 2019 was er sprake van een financieringsoverschot. Bij het afdekken van de financieringsbehoefte is het van belang om de renterisico’s te beheersen. Het beleid binnen de gemeente Deventer (zie treasury statuut) is om materiële vaste activa zoveel mogelijk met lange financieringsmiddelen af te dekken. Dit is de zogenaamde ‘gouden balansregel’. De verhouding vaste activa (€311 miljoen) versus langlopende financiering (€319) is 97; dit is ontstaan omdat een aantal geraamde 2019 investeringen eerst in 2020 geëffectueerd worden.
Leningen
Kapitaalmarkttransacties
De hoeveelheid geleend geld (lange termijn) is in 2019 afgenomen met €12 miljoen. De langlopende vaste schuld bedroeg per 1 januari 2019 € 331 miljoen en per 31 december 2019 € 319 miljoen.
Het gemiddelde rentepercentage voor de leningen lag in 2019 op 2,70%.
Het gemiddelde is per 31 december 2019 gedaald door de aflossingsverplichtingen in 2019. Ultimo december 2019 waren er geen kasgeldleningen.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
Leningenportefeuille | Begroting 2019 | Rekening 2019 | ||
Bedrag | Gewogen gemiddelde rente | Bedrag | Gewogen gemiddelde rente | |
Stand 01-01-2019 | 331 | 2,70% | 331 | 2,70% |
Aflossingen | 12 | 0,00% | 12 | -0,16% |
Nieuwe leningen | - | - | - | - |
Stand per 31-12-2019 | 319 | 2,72% | 319 | 2,54% |
Geldmarkttransacties
In 2019 zijn er geen kortlopende leningen aangetrokken.
Kapitaalmarkttransacties
In 2019 zijn er geen langlopende geldleningen aangetrokken.
De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het financieringsbeleid zijn:
- renterisico’s
- kredietrisico’s
De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, die beogen om de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. Beide normen worden hierna toegelicht.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient daarom om het renterisico op de korte termijn te beheersen. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de mogelijke fluctuaties op de geldmarkt. Onder de vlottende schuld vallen alle financieringen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar. De limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5 %) van de begrote gemeentelijke uitgaven. Voor 2019 is de kasgeldlimiet bepaald op €29 miljoen.
Iedere drie maanden wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een te verwachten langere termijn overschrijding van de kasgeldlimiet dient tot consolidatie van de vlottende schuld te worden overgaan en dienen daardoor langlopende financieringsmiddelen te worden aangetrokken. De provincie neemt maatregelen wanneer de kasgeldlimiet in 3 opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. De afgelopen jaren heeft zich geen overschrijding van de 3 opeenvolgende kwartalen voorgedaan bij de gemeente Deventer.
Het verloop van de kasgeldlimiet vertoond in 2019 het volgende beeld:
(bedragen x €1.000) | ||||
Verloop stand kasgeldlimiet 2019 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Vlottende schuld | -2.807 | -4.674 | 0 | 0 |
Vlottende middelen | 5.980 | 10.574 | 12.096 | |
Kwartaalsaldo | 3.173 | -4.674 | 10.574 | 12.096 |
Kasgeldlimiet | 29.240 | 29.240 | 29.240 | 29.240 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 32.413 | 24.566 | 39.814 | 41.336 |
Rente risiconorm
De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen wordt ingekaderd door de rente risiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De begrote rente risiconorm voor 2019 bedraagt €68,8 miljoen.
De toets van de renterisico’s aan de hand van de rente risiconorm verloopt dan als volgt:
(bedragen x €1 miljoen) | ||
Opstelling rentelasten | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
Renterisico's op vaste schuld | ||
1a. Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,00 | 0,00 |
1b. Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,00 | 0,00 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0,00 | 0,00 |
3. Aflossingen | 12,10 | 12,10 |
4. Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3) | 12,10 | 12,10 |
Rente risiconorm | ||
5. Stand van de begroting per 1 januari | 344 | 344 |
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentages | 20,00% | 20,00% |
7. Rente risiconorm | 68,80 | 68,80 |
Toets rente risiconorm | ||
8. Rente risiconorm (7) | 68,80 | 68,80 |
9. Renterisico op vaste schuld (4) | 12,10 | 12,10 |
10. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) | 56,70 | 56,70 |
In 2019 is ruimschoots voldaan aan de rente risiconorm.
Kredietrisicobeheer
Uitzettingen kunnen op grond van de Wet Fido en het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. Daarnaast vinden uitzettingen alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen en financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een A1-rating en/of AA-rating. In het volgende overzicht is de samenstelling van de lening portefeuille u/g weergegeven:
(bedragen x €1) | ||
Uitzettingen | Rentepercentage | Bedrag per 31-12-2019 |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 4% | 16.923.780 |
NV Sportbedrijf Deventer | 2,12 - 4% | 13.684.524 |
NV Wonen boven winkels | geen | 74.076 |
Vitens NV | 4% | 247.618 |
Leningen energieaanpas woningen | geen | 200.000 |
Go Ahead Eagles | 4% | 4.069.412 |
Woningabonnement | 5% | 417.260 |
Deventer Hockey Vereniging (lening zonnepanelen) | 5% | 26.202 |
Lening vereniging van eigenaren | 5% | 800.000 |
Totaal | 36.442.873 |
In 2004 hebben Rijk en medeoverheden afgesproken dat het EMU tekort van medeoverheden maximaal -0,5% BBP mag bedragen. Dit is bepaald op de Europese grens van 0,3% BBP die geldt voor de volledige Nederlandse collectieve sector. De EMU grens voor medeoverheden wordt de macroreferentiewaarde genoemd.
(bedragen x €1.000) | ||||
Nummer | Omschrijving | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan cq ontrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -2.134 | -6.422 | 7.139 |
2 | Afschrijvingen te laste van de exploitatie | 11.400 | 11.581 | 11.385 |
3 | Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie | 1.500 | 489 | 3.032 |
4 | AF: Investeringen in (Im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | 17.700 | 20.545 | 12.947 |
5 | Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | -3.200 | -995 | -3.340 |
6 | Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)m voor zover niet op exploitatie verantwoord | -1.900 | 0 | -782 |
7 | AF: Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | 8.500 | 5.980 | 13.887 |
8 | Baten bouwgrondexploitaties: Baten zover transacties niet op exploitatie verantwoord | 22.030 | 28.385 | 24.468 |
9 | AF: Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen | 500 | 337 | 550 |
10 | AF: Lasten i.vm. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten. | 0 | 0 | 0 |
11 | Verkoop van effecten: | |||
a | AF: Gaat u effecten verkopen? Ja/Nee | Nee | Nee | Nee |
b | Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo gemeente Deventer | 996 | 6.176 | 14.518 | |
Het EMU-saldo is positief; de gemeente heeft dit jaar meer geld binnen gekregen dan het heeft uitgegeven. De gemeente draagt hierdoor positief bij aan het EMU-saldo van Nederland. De gemeente heeft de toegestane EMU-norm onderschreden. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat tegenover hoge investeringen een fors hogere post verkoopopbrengsten uit verkoop van grond staat. Overigens geldt dat indien er sprake is van een overschrijding dit nog geen gevolgen heeft voor de gemeente Deventer. Met ingang van 2015 is het correctiemechanisme van toepassing. Dit mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk. |