De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).

Weerstandsvermogen

Ratio weerstandsvermogen = €16.826.000 / €16.600.000 = 1,02.
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €16.826.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee hoger dan de capaciteit opgenomen in de meerjarenbegroting 2020-2023.

De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €16.600.000. Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2020-2023 is dit een fractie €40.000 hoger. Dit wordt veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid), een geringe daling van het risico in het sociaal domein (zie programma Meedoen) en een nieuw risico in het programma cultuur en economie (lening Mimik).

Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor onverwachte financiële tegenvallers. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.

Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) fractioneel is toegenomen bij een stijgende buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio aanzienlijk verbeterd (ratio was 0,97).

Relevante aspecten

  • 57 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
  • 17 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
  • Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.

Conclusies

De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,02. In de meerjarenbegroting 2020-2023 was de uitkomst 0,97. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.

De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen.
Ondanks de economische groei zijn er voor gemeente Deventer voldoende onzekerheden (o.a. gevolgen van rijksbeleid en de economische ontwikkelingen) die het noodzakelijk maken om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen.
In de voorjaarsnota 2020 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
.