Per 1 januari 2016 is de wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht (wet Vpb) overheidsondernemingen in werking getreden. De gemeente Deventer is in 2014 gestart met een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van deze wet. Het onderzoek is gebaseerd op de activiteiten en cijfers van 2015 en 2016. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een tweetal rapportages;

Implementatietraject Vpb (06-12-2016)

In dit rapport is uitvoerig ingegaan op het proces van wetsonderzoek, activiteit inventarisatie en beoordeling en toetsing daarvan aan het wettelijk kader. Op basis van onderzoek naar de feiten en omstandigheden is vervolgens het standpunt ingenomen, dat de gemeente Deventer voor geen enkele activiteit kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).

Vpb en het grondbedrijf (03-02-2017)

In de memo wordt ingegaan op het DNA (profiel) van het grondbedrijf. Vervolgens is op basis van het toepassen van de zogenaamde QuickScan (ontwikkeld door de Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden - SVLO) onderzocht of de gemeente Deventer met haar grondexploitatie activiteiten een onderneming vormt voor de wet Vpb.
Op basis van de uitkomst van het onderzoek naar de activiteiten van het Grondbedrijf en het toepassen van de QuickScan is het standpunt van Deventer dat zij, ook voor haar Grondbedrijf activiteiten, niet kwalificeert als onderneming in de zin van de wet Vpb (ondernemingstoets).

Op de uitkomsten van de onderzoeken is een review gehouden door een extern belastingadviesbureau. Daarbij is onder andere de juiste toepassing van de wet- en regelgeving beoordeeld. Door het betreffende adviesbureau is vervolgens het volgende geconcludeerd voor wat betreft de accountantscontrole jaarrekening 2016;

Onderhavige beoordeling (rapport Beoordeling van de Concept-Rapportage van de Vpb-plicht – Gemeente Deventer) toont richting de accountant aan dat in het proces en de vastlegging van de onderliggende onderbouwing van de eventuele vennootschapsbelastingplicht voldoende ‘checks en balances’ zijn opgenomen.

Het proces van de invoering van de Vpb plicht voor overheidsbedrijven was op het moment van onderzoek nog niet afgerond. Onder andere de VNG, VVG, IPO, Belastingdienst en het Ministerie van Financiën waren nog in overleg over belangrijke details in de uitvoering. Op dit moment (eind 2019) heeft de Belastingdienst zich slechts beperkt uitgelaten over de onduidelijkheden bij de inventarisatie van de Vpb-plicht van gemeenten in het algemeen en de gemeentelijke grondbedrijven in het bijzonder. Er bestaan derhalve nog een aantal risico’s en onduidelijkheden, waarover wellicht in de komende periode meer duidelijkheid gaat bestaan.

Stand van zaken ultimo boekjaar 2019

Aangiften Vpb boekjaar 2016 en 2017

In 2019 heeft de gemeente Deventer op uitnodiging van de belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting gedaan voor de jaren 2016 en 2017. Dit betroffen twee zogenaamde ‘nihil’ aangiften. De gemeente Deventer stelt zich op het standpunt dat zij voor haar gehele organisatie niet belastingplichtig is volgens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
De belastingdienst heeft, op basis van de aangifte 2016, een brief (dd. 19-12-2019) gestuurd met vragen over de activiteit reclame. Deze zijn door de gemeente Deventer beantwoord. De belastingdienst heeft laten weten dat zij op basis van de antwoorden en aanvullende informatie begin 2020 met nieuwe vragen komt. De gemeente Deventer is in afwachting van deze vragen.
Onder Vpb en reclame wordt nader ingegaan op de activiteit reclame.

Vpb en Grondbedrijf

In 2019 is op basis van een geactualiseerde MPG opnieuw het vierkantsmodel (gebaseerd op de QuickScan en Post-QuickScan) van ons fiscaal adviesbureau doorgerekend en hebben we geconstateerd dat het Grondbedrijf van de gemeente Deventer (nog) niet door de ondernemingspoort gaat. Dit betekent dat de gemeente Deventer voor haar Grondbedrijf activiteiten (nog) niet vennootschapsbelastingplichtig is.

Vpb en reclame

Veel gemeenten hebben met reclame exploitanten contracten afgesloten op basis waarvan de gemeente delen van de publieke ruimte (grond, lichtmasten, abri’s, billboards, rotondes, etc) tegen vergoeding exclusief ter beschikking stelt aan de exploitant. Op dit moment hebben diverse gemeenten met de belastingdienst een discussie lopen over de vraag of de gemeente vennootschapsbelastingplichtig is voor de resultaten die met deze activiteiten worden behaald. Dit geldt ook voor de gemeente Deventer.

Ten behoeve van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2016 is door de gemeente Deventer beoordeeld of de activiteit ‘reclame in de openbare ruimte’ belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Uit onze analyse blijkt dat deze activiteit als normaal vermogensbeheer kwalificeert en dat geen sprake is van een ‘duurzame organisatie van kapitaal en arbeid’. Gelet hierop is de activiteit niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en derhalve niet opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting 2016 (en 2017). De gemeente Deventer heeft over het niet belastingplichtig zijn voor haar reclameactiviteiten een pleitbaar standpunt ingenomen. Echter of dit pleitbaar standpunt overeind blijft, hangt af van de reactie van de belastingdienst in combinatie met de landelijke ontwikkeling. Er zullen hoogstwaarschijnlijk gerechtelijke procedures volgen om de wet op dit gebied te verduidelijken. Dit vormt een onzekerheid voor de gemeente Deventer.